Achterhoekse no-nonsense #1: alternatief voor traditionele religie en filosofie
0. Korte intro
1 Uitgangspunten; algemeen; Die Geburt der Tragodie
1.1 Wie was Nietzsche
1.2 Apollo en Dionysos
2. Moraaltheorie in abstracto
2.1 Weer twee mogelijkheden, waar is echter optie drie
2.2 Andere voorbeelden
3. Waarheidsvinding
3.1 wereldbeschouwing afhankelijk van welke mindset je hebt
3.2 Verhalen of praktische voorbeelden
4. Toekomst
4.1 Algemeen, politiek
4.2 Apocalyps
1 Uitgangspunten; algemeen; die Geburt der Tragodie
1.1 Wie was Nietzsche; predikantenzoontje; arrogant; hoe is zijn mindset
Nietzsche is echt een “karakter”: boze blik, grote snor, en hij doet graag wilde uitspraken, met een bepaalde bravoure. De uitspraken voldoen niet per se aan de kwalificatie “waar” maar aan de kwalificatie “gedurfd” en dat is dan ook de basis van zijn theorie: degene die lef heeft, die durft, die bepaalt wat waarheid is of - zo zou ik het omschrijven, met iets meer Achterhoekse nuchterheid - de grootste schreeuwers krijgen gelijk. Nietzsche deed mij hierbij aan iemand denken.
Het duurde even voordat ik erachter kwam wie. Ik droomde laatst van een jongen van de basischool, Boris. Ik had geen idee waarom. In de droom ging ik zijn verjaardag vieren. Hij vierde die ergens in Duitsland. Ik had geen idee waarom nu juist in Duitsland en waarom ik uitgenodigd was, want zo goed lagen wij elkaar niet. Ik ging vroeger in de eerste klassen van de basisschool wel thuis bij hem spelen, maar ik vermoed dat dit deels is omdat ik goed kon leren en graag boeken las en zijn ouders vonden mij daarom een geschikt speelkameraadje voor hun zoon, die zijn graag een intellectuele opvoeding wilden meegeven.
Dus waarom zou ik nu dromen van zo iemand. Maar ik schreef daarna een opstel over Nietzsche, eigenlijk een eerste versie van onderstaand opstel, en toen dacht ik: ja, hij lijkt op Boris. Deze jongen beschouwde ik op zich zelf wel als aardig, maar wel een beetje een opschepper. Ik was de eerste van de klas met leren en hij de tweede op giga afstand. Dat beviel hem niet, zodat hij aan begin van elk jaar een wedstrijdje deed om toch sneller te zijn met de schoolopdrachten. Dat verloor hij dan binnen vijf minuten zodat hij het dit jaar weer opgaf, tot volgend jaar de eerste week van het nieuwe schooljaar, waarbij hij weer verloor en het in de jaren daarna maar liet zitten. Dat maakt dan niet zoveel uit, maar het viel op dat hij ook een beetje hooghartig was, een beetje opschepperig. Dat was alleen maar een klein beetje, zodat het nauwelijks opviel, in de omgang was hij erg aardig, en zijn ouders ook, maar die hadden ook net een vleugje hoogmoed; het was echt een onderwijzersgezin met een bepaalde mate van “wij weten hoe het zit”, de familie “Know it all”.
Deze hoogmoed moest hij ooit duur betalen, want ergens halverwege de basisschool werd hij een keer te grazen genomen door de arbeidersjongens. Ze sloegen hem en sloten hem op in het fietsenhok. Zo werd hij even op zijn plek gezet. Bij mij was dat niet nodig, hoewel ik eigenlijk nog boven hem stond qua leren; ik weet het niet zeker vermoed omdat de arbeidersjongens wisten dat ik hen op voet van gelijkheid beschouwde, ik stelde mij niet boven hen maar naast hen en dan heb je nooit een probleem.
Wat mij nu dus opvalt, een tijd later, is dat deze jongen Boris erg lijkt op Friedrich Nietzsche, de Duitse filosoof. Hij heeft weliswaar niet zo’n snor, wie draagt tegenwoordig nog een snor, maar hij is het zoontje van onderwijzer en dan zie je er een beetje uit als een meneer Know-it-all, en dat had Nietzsche ook. Die had ook zo’n uitstraling van ik weet alles, terwijl in feite Nietzsche niet zoveel wist. Hij had vooral een grote snor en een grote mond. Daar kan je in deze wereld ver mee komen, zo lijkt. Ik ben een stuk minder succesvol dan zij zijn, ik rommel maar wat aan in de marge van het bestaan. Maar toch dat ik toch niet met hen zou willen ruilen. Ik zou vermoedelijk ook niet met hen kunnen ruilen want we hebben gewoon een andere mindset. Nietzsche valt in de groep wijsneuzen; hun mindset noem ik een topdown mindset: ze zijn autoritair, arrogant, hooghartig; ze stellen dat ze alles weten, maar dat blijkt achteraf niet het geval. Ik stel als hypothese: deze wijsneuzen zijn eigenlijk mensen die horen bij de arbeidersklasse, dat noem ik categorie een. Maar ze gaan de intellectueel uithangen, dus ze gaan tussengroep twee vormen. Het lukt ze niet om door te stromen naar categorie denkers, dat noem ik groep drie. Dus ze blijven ergens in het midden hangen en dat is dan categorie twee.
Slootje springen
Ik heb ooit het voorbeeld gebruikt van het springen over een sloot. Ik zei dat als je gaat springen van categorie een naar categorie drie, dan is dat net als het springen over een sloot. Als je dan maar half zo goed kan springen, dan val je er middenin. Degene van de arbeidersklasse die gewoon links blijft staan is droog, en degene die wel hoog kan springen van de denkersklasse staat rechts ook gewoon droog, maar Nietzsche met zijn bravado springt half en valt daardoor midden in het water en is nat.
Ander schema
Het idee is dat je de IQ schaal ook kan draaien; dan staat het hier rechts onder Passiva, dat zijn mensen, de “passiva” van de werkelijkheid want de waarnemers. Maar hier aan de linkerkant matcht daarmee iets aan de Activa kant van de werkelijkheid; de natuur. Met de arbeiders matcht dat ze nuttige dingen maken; rechtsboven zie je het arbeidersmannetje, en links boven materiele activa; de meneer komt bijvoorbeeld jouw kachel maken.
Je ziet rechtsonder mij en dan zie je linksonder geestelijke zaken als filosofie of theologie, dat is dit essay; daarvoor kan je de term immateriele activa gebruiken. En de middengroep in het midden maakt weinig tot niets; ze maken geen kachels en ze maken ook geen goede filosofische essays; ze creeren alleen verwarring.
1.2 Apollo en Dionysos
Ik wil in dit hoofdstuk focussen op zijn eerste boek. Zijn eerste boek is Die Geburt der Tragodie, de geboorte van de tragedie. Misschien had hij eerder al wel essays geschreven, maar dit was zijn eerste grote werk en het was echt een doorbraak. Het is ook voor mijn analyse een interessant boek, ook omdat hij het heeft geschreven toen hij nog vrij jong was. Hier kan je goed zien welke uitgangspunten hij hanteert met zijn denken, en dan ook goed waar de fout zit. Je kan dat vervolgens goed gebruiken bij de analyse van zijn verdere werk, want die fout komt telkens weer terug in zijn latere boeken, maar steeds in grotere vorm.
Het is niet verbazend dat Nietzsche vroeg begon met schrijven en al direct werk publiceerde. Mensen die beschikken over een ongezonde portie arrogantie, beginnen meestal vrij vroeg met het schrijven van boeken, waarin ze de hele wereld stellen te kunnen verklaren, in plaats van rustig wachten tot je een jaar of veertig bent, eerst observaties doen, voordat je er conclusies aan verbindt. Welnee, Nietzsche heeft nog nauwelijks levenservaring als hij begint met schrijven; hij heeft wel veel gelezen, veel boeken over het oude Griekenland vooral, en baseert daar zijn conclusies op; dat lijkt op het eerste gezicht prima, maar het is gevaarlijk om je te baseren op alleen boekenwijsheid; je kan beter ook een beetje in de praktijk rondkijken; maar mensen met een grote hoeveelheid arrogantie lepelen gewoon wat op uit boeken en denken dan dat ze de hele werkelijkheid kennen.
Het is niet dat Nietzsche helemaal onzin schrijft. Hij heeft natuurlijk wel een hoge intelligentie. En hij schrijft ook wel goede dingen. Het aardige met schrijvers van het type Nietzsche is dat ze vaak wel een goed punt hebben, maar dat het half af is. Dat is gelijk het verraderlijke, met het enthousiasme van een twintigjarige hebben ze iets gevonden, dat is prima, maar overmoedig dat ze zijn, denken ze vervolgens dat dit alles is, dat dit de volledige werkelijkheid vertegenwoordigd, en dat er niets meer is, dan datgene wat zij zojuist gevonden hebben. Bovendien, met datzelfde enthousiasme, vergeten ze een stukje zelfreflectie toe te passen, ze vergeten een soort van dubbele controle op hun eigen werk uit te voeren, en om na te gaan in hoeverre hun eigen mindset van invloed is op de conclusies die zij trekken, en waarom zij het ene wel zien en het andere niet. Ze missen dus een stuk van de realiteit, dus ze missen controle vooraf of ze wel alles hebben, of ze wel alle puzzelstukjes hebben om een complete puzzel in elkaar te zetten van de werkelijkheid; en ze missen ook controle achteraf om vast te stellen waarom ze dit ene dan wel gevonden hebben en het andere over het hoofd zien, waarom ze zo blij zijn met het ene wat zij gevonden hebben en waarom zij het andere uberhaupt niet voor mogelijk gehouden hebben; soms haast kinderlijk blij, want er zit iets van jeugdige overmoed, zo u wil ook puberale bravado, in deze wijze van filosofie bedrijven als Nietzsche dat doet, en waarmee pubers soms supercool vinden wat zij gevonden hebben, maar “gewoon stom” vinden wat ze niet zien, of zich uberhaupt niet kunnen voorstellen.
Dit zijn dingen waar hij dus niet aan toekomt. Ik kan dit uitleggen meer concreet als je kijkt wat hij schrijft. In dit boek beschrijft Nietzsche dat de Europese cultuur wordt gekenmerkt door twee principes: die van Apollo en die van Dionysos. Ik citeer even een stukje van internet:
Het Apollinische (naar de Griekse god Apollo) staat voor rationaliteit en logisch denken, zelfbeheersing, vertegenwoordigt het individu en onderscheidt de een van de ander. Nietzsche gebruikt deze term om een droomtoestand te beschrijven die we als onze realiteit begrijpen. Maar deze is gebrekkig en nooit een juiste weergave van de ware realiteit. In de kunst zijn alle vormen van beeldkunst (beeldhouwkunst, schilderijen...) Apollinische.
Het Dionysische (naar de Griekse god Dionysus) is het chaotische, irrationele, instinctieve, gepassioneerde en appelleert aan onze gevoelens. Grenzen van individualiteit worden afgebroken en wezens verzinken in één geheel. Het beschrijft een staat van roes, waarin de mens het gevoel van eigenwaarde verliest.
Nietzsche beschrijft dit als mogelijkheden van ons mens-zijn, twee verschillende mogelijkheden dus, ook uitsluitend deze twee en geen mogelijkheid nummer drie. Je komt ze in de praktijk ook inderdaad echt wel tegen, helemaal gek is het niet. In moderne tijd zouden we bij Dionysus kunnen denken aan mensen die van feesten houden, het niet zo serieus nemen met de regels, en soms met de auto uit de bocht vliegen. Bij Apollo kun je denken aan mensen die gedisciplineerd zijn, een strakke manier van leven voorstaan, bijvoorbeeld met rust, reinheid en regelmaat. Je zou denken dat je dan twee heel verschillende manieren van mens-zijn hebt, daar lijkt het inderdaad op, en je zou haast kunnen stappen in de valkuil dat dit dan ook de enige twee mogelijkheden zijn waar je uit kan kiezen, of het ene of het andere.
Dat is het verraderlijke van dit soort gedachtes. Maar dat is niet het geval. Allereerst valt op: Nietzsche schetst deze twee vormen van mens-zijn als twee extremen, waartussen we kunnen kiezen; maar het zijn wel de uiterste twee grenzen van ons mens-zijn, je hebt Apollo aan de ene kant en Dionysus aan de andere kant en daartussen zit wellicht een heel spectrum aan mogelijkheden van mensen die soms iets meer rationeel zijn ingesteld, maar soms ook wel van een feestje houden, en mensen die veel van feestjes houden, maar soms ook wel even rustig aan doen; maar anders dan tussen deze twee uiterste vormen van het mens-zijn kunnen wij ons niet begeven. Maar klopt dat wel, zijn dit twee heel verschillende vormen van mens-zijn die tegenover elkaar staan? Als je braaf volgt wat Nietzsche hierover zegt zou je denken van wel, maar als je het een beetje goed gaat ontleden, dan klopt het niet. Deze twee verschillende vormen van mens-zijn, zijn niet zonder meer twee tegen over elkaar staande mogelijkheden, die het hele spectrum van mens-zijn bestrijken, Apollo als ene uiterste en Dionysus als andere uiterste. Als je dat zo zou zien, dan lijken het inderdaad twee extremen die aan de uiteinden staan van het menselijk spectrum. Maar dat lijkt mij niet het geval: ze zijn gewoon hetzelfde. Deze twee vormen van mens-zijn lijken mij in de kern namelijk niet heel erg verschillend, zij zouden wel eens bij elkaar kunnen horen als onderdeel van een-en-dezelfde groep, in plaats van twee verschillende groepen. Zij hebben namelijk een heel grote overeenkomst: het zijn twee varianten van drukdoenerij.
Bij Nietzsche zijn mensen een stel druktemakers, wat helaas in de praktijk ook vaak het geval is. De Dionysus mensen zijn druk met feesten, drinken van champagne en misschien drugs. De Apollo mensen zijn druk met orde en regelmaat; het eten van kiwi’s of kiwi sap of wat allemaal nog meer verstandig is om te doen. Maar je kan ook gewoon rustig doen; wat is dit allemaal voor drukte.
VOORBEELD: CIRCUS MAXIMUS
Dat hier iets niet klopt, daar had ik al zo’n voorgevoel van. Ik beschrijf hierboven dat ik Nietzsche vergelijk met een jongen vroeger van school, en dat ik daar al eerst over begon te dromen; je gevoel wijst al een bepaalde kant op. Dat had ik ook met Apollo en Dionysus. Ik had als gevoel: wat zijn dit voor stel clowns, is er soms een circus in deze wereld die twee clowns heeft verloren, hallo, hier zijn ze.
Dit idee had ik overigens van een stripboek, Kuifje Mannen naar de maan. Daar heb de politie-agenten Jansen en Janssen. Die halen altijd gekke dingen uit, deze keer ook weer, ze zien op de kaart van de maan dat er een regio is die heet “circus maximus”, en dan vragen ze zich af of er op de maan ooit een circus is geweest, en dan zegt kapitein Haddock iets in de trant van: circus, circus, jullie zijn zelf twee clowns, horen jullie zelf niet bij een circus, is er ergens een circus waar jullie terecht kunnen. Dat gevoel had ik ook bij Apollo en Dionysus, wat zijn dat voor twee clowns, wat moet ik met die twee. Als je zo redeneert, dan ga je gevoelsmatig misschien ook al rekening houden met een optie drie: een mensvorm die niet valt onder dit clowneske Apollo of Dionysus. Misschien ga je de boel dan voor het eerst eens netjes ontleden. En dan kan je nagaan of het wel klopt wat Nietzsche zegt.
VOORBEELD: STANDPUNT DE KIES
Apollo mensen zijn ook van de kunst, misschien hebben ze als hobby klassieke muziek, of ze maken beeldsculpturen, abstracte kunst, en misschien hebben ze een lijntje met medewerkers van het lokale gemeentebestuur en plaatsen ze die beelden in de openbare ruimte, zodat iedereen er van kan “meegenieten”; in mijn oude gemeente Doetinchem doen ze dat. Daar hebben ze zo’n arrogant stel gemeenteambtenaren, dat ze de meest buitenissige beelden in de openbare ruimte zetten, zelfs die van een grote kies, dat beeld heeft ook als bijnaam “de kies”; het beeld is foeilijk, maar alle Apollo’s van de Doetinchemse gemeenteraad vinden het fantastisch.
Maar dat terzijde, wat je ziet is dat zowel de Dionysussen onder de mensen, als de Apollo’s, erg druk zijn, het zijn in beide gevallen druktemakers. Zo’n groot verschil is er dus helemaal niet tussen. Ja, ze maken zich druk om verschillende dingen, de ene groep om feesten, de andere groep om belangrijke kunst, maar het is in beide gevallen een variant van drukdoenerij.
VOORBEELD: ACHTERHOEK RED NECK COUNTRY
Apollo en Dionysos mensen zijn dus druktemakers, daarin zijn ze dus gelijk. Misschien dat ze zich wel als heel verschillend profileren, dat de ene groep zich afzet tegen de andere groep, als zijnde fundamenteel verschillend, maar ook dat is dan niet meer dan drukdoenerij.
In tegenstelling hiermee is er nog een derde manier van mens-zijn: doe maar gewoon gewoon. Het lijkt wel alsof iedereen vergeet om gewoon gewoon te doen. Dus er is ook nog een derde vorm, de vorm: doe maar gewoon. De vorm: maak je niet zo druk. Dat noem ik ook wel eens de Achterhoek manier. De Achterhoek is een streek in het oosten van Nederland, een boerenomgeving, red neck country. Hier leven mensen op het land. Binnen de gemeenschap van Achterhoekers is het niet de bedoeling dat jij arrogant gaat zitten doen, dat jij de wijsneus gaat zitten uithangen, je kan gewoon gewoon doen, en dat is gewoon genoeg. Dit is wat ik hierboven beschrijf met de gewone arbeidersjongens uit de wijk, die doen gewoon gewoon. Zij gaan niet moeilijk zitten doen met opschepperij. Als jij valt onder de groep hoogbegaafden dan geldt hiervoor hetzelfde, jij doet ook down to earth. Alleen de middengroep, die half half weet “hoe het heurt” maar toch eigenlijk niet, die kan je missen als kiespijn. De groep arrogante onderwijzerskinderen en predikantenzoontjes.
2. Moraaltheorie
Misschien kan je zo al aardig zien, dat Nietzsche op het verkeerde spoor zit. Dat is een vervelend probleem voor Nietzsche. Dat is voor hem echt een vervelend probleem, omdat het nu eenmaal zo werkt, dat als jij op het verkeerde spoor zit, dan ga je steeds verder de verkeerde kant op. Als je vanuit Amsterdam op weg wilt naar Groningen, maar je stapt in de trein naar Maastricht, dan kom je steeds verder in de verkeerde richting; maar hier dan in filosofische zin. Je kan dit bijvoorbeeld zien aan de hand van wat hij schrijft over de moraal. In verdere boeken schrijft Nietzsche veel over de moraal. Hij hanteert hier weer bepaalde krachtige termen, net zoals in Die Geburt der Tragodie; daar krijg je voor je kiezen dat je of Apollo bent of Dionysus. En ook hier met de moraal krijg je voor je kiezen dat je zo en zo moet zijn; of je volgt de christelijke moraal of je volgt Nietzsche in zijn nieuwe moraalanalyse. Hij vergeet echter weer optie drie.
2.1 Weer twee mogelijkheden, waar is echter optie drie
Daar kom je ook weer twee mogelijkheden tegen. De moraal gaat over de vraag of je bijvoorbeeld iemand anders mag vermoorden of dat je iemands fiets mag stelen. De christelijke moraal zegt dat dit niet mag, want dat heeft God verboden en hij kan jou straffen. De christelijke moraal gaat ervan uit dat je moet oppassen met geestelijke machten, die kunnen jouw voordelen geven, genade geven, maar ook straf geven en dat is dan niet mis. Nietzsche stelt daar iets tegenover, namelijk dat God dood is en dus mag alles. Nietzsche maakt niet echt een goede analyse of God dood is, hij stelt dit als een voldongen feit, in de trant: God is dood, wat gaan we hiermee doen, met dit gegeven. Hij concludeert dat dit betekent dat nu alles mag, als er geen geestelijke machthebbers zijn die boven je staan, dan mag alles, er zijn geen morele bezwaren meer tegen kwaad doen. Met de beperking, dat je natuurlijk nog wel wereldse machthebbers hebt, dus dat komt er dan voor in de plaats, hij beschrijft hoe het dus neerkomt op het hebben van wereldse macht.
Dit lijkt weer twee verschillende manieren van mens-zijn, hoe je de mens als moreel wezen kan opvatten, maar dat is niet het geval. Het gaat namelijk in beide gevallen om macht: de mens staat onder wereldse macht of geestelijke macht. In beide gevallen ga je niet stelen, omdat een machtiger iemand dat niet wil, en omdat je bang bent om sancties van die persoon. Misschien dat Nietzsche in zijn altijd grote enthousiasme weer heeft gedacht: dit zijn de enige twee mogelijkheden, verdere mogelijkheden zijn er niet. Maar het probleem is dat hij hier niet aan lijkt te denken, hij is zo blij met zijn analyses, dat het erop lijkt dat hij andere mogelijkheden niet ziet. Als hij had bedacht, dat een systeem altijd uit drie elementen bestaat, zou hij kunnen bedenken dat als hij twee mogelijkheden heeft opgespoord, er altijd een derde mogelijkheid gegeven is, en dat hij die dan ook zou moeten opsporen. Maar dat lijkt hij niet te doen, dom dom dom. Je kan die derde mogelijkheid ook echt wel verzinnen. Er is namelijk ook hier een derde vorm van moraal, namelijk dat je niet iemand anders gaat vermoorden, of dat je niet een fiets van iemand gaat stelen, omdat je een andere persoon geen verdriet of pijn wilt doen. Dus niet op basis van rationele calculaties of iemand, een hogere macht, of dat nu een wereldse macht is of een geestelijke macht, jou te grazen neemt als je iemand anders van zijn fiets beroofd. Maar op basis van gevoel, empathisch gevoel, voor een andere persoon. Dit lijkt mij echt een andere vorm van denken. Het lijkt mij net zoals hierboven met de kwestie rond Apollo en Dionysus. Die kan je aanmerken als twee topdown denkers, Apollo is druk met zijn verheven rationele gedachtenspinsels, Dionysus is druk met zijn verheven passies; daartegenover plaats ik de Achterhoeker met zijn doe maar gewoon attitude. Ditzelfde lijkt mij aan de hand hier met moraal. Je hebt aan de ene kant de mensen die reageren als gevolg van geloof in wereldse en geestelijke machten. Dat zijn dan de topdown denkers. Het calculeren wat hogere machten doen is een vorm van topdown denken: gaan die hogere wereldse machten mij in de gevangenis gooien, gaan de hogere geestelijke machten mij in de hel gooien, als ik morele grenzen overschrijdt. Dus Nietzsche of christelijke mensen hebben topdown denken: ze rekenen op straf van wereldse of geestelijke machten en blijven daarom van andermans fiets af, en geen andere reden die hen daarbij op andere gedachtes brengt. Mijn denken is anders. Het rekening houden met het feit dat de spullen van een ander zijn, en er alleen al daarom vanaf blijven, is een vorm van bottom up denken: er is een andere persoon, die staat naast jou, hij is een gelijke aan jou, hij heeft recht op de fiets, jij gaat hem of haar daar niet mee plagen, je laat dat gewoon zo. Let ook op de nadruk “gewoon”: het is gewoon zijn fiets dus blijf jij er gewoon vanaf. Hier zitten we bij bottom up denken, maar je zou het ook Achterhoeks denken kunnen noemen: doe maar gewoon, dan hou je de zaken eenvoudig, dan hoef jij niet moeilijk te doen met allemaal hoogdravende hypothetische vragen van het type wat als ik het zou doen, wat zou er dan gebeuren, als ik die fiets steel; zien ze me dan, en zo ja doen ze dan aangifte bij de politie; en hoeft hij ook niet moeilijk te doen met het inroepen van hogere wereldse of geestelijke hogere machten, bestaat er een God en is die getuige van mijn handelen en welke straf ga ik dan ondervinden. Dit zijn allemaal ingewikkelde gedachtes die je kan overslaan, als je kiest voor bottom up denken. Dat type van denken is een stuk eenvoudiger, en lekker down to earth: als deze fiets van een andere persoon is, dan is dat maar gewoon zo, en jij laat dat maar gewoon zo: wat zal je nu moeilijk doen een fiets van een ander te stelen als je er ook gewoon een in de winkel kan kopen. Hoe eenvoudig is dat. Het denken van de mensen zoals Nietzsche of christenen is top down: allemaal ingewikkelde hoogdravende hypothetische vragen over diefstal, dus over het kwaad, over slechte dingen doen, en er moeten dan ook hogere machten aan te pas komen om de boel te corrigeren. Het bottom up denken is gewoon naar de winkel gaan, gewoon een fiets kopen en netjes afrekenen.
Je kan je nog afvragen wat de onderliggende oorzaak is, dat sommige mensen kiezen voor een topdown benadering en andere mensen voor een bottom up benadering. De onderliggende oorzaak lijkt mij “waarnemingsvermogen”. Dat is iets waarover ik in de vorige blogpost geschreven heb: iedereen heeft een bepaalde mate van waarnemingsvermogen, ik heb het uitgedrukt in eenheden van nul tot honderd, de ene persoon heeft bijvoorbeeld vijf eenheden waarnemingsvermogen, een tweede persoon zestig en een derde persoon negentig. Dat verschilt nogal en dat bepaalt in belangrijke mate hoe je de wereld ervaart. Stel je voor dat iemand met een goede theorie over Nietzsche bij een universiteit komt, afdeling psychologie, en de hoogleraar heeft een waarnemingsvermogen van negentig eenheden. Die gaat dan de theorie op inhoud bestuderen en komt dan misschien tot dezelfde conclusies; want negentig is lekker hoog; met dat aantal kan je goed moeilijke thema’s aan, en heb je daar ook interesse in. Maar als jij bij een hoogleraar komt met waarnemingsvermogen dertig, dan zegt die: waar is jouw psychologie diploma. Als je geen diploma hebt, dan ben jij een “niemand”. Ze komen niet verder dan het vragen naar papiertjes, die je vaak niet hebt dus wijzen ze je af doei. Zij hebben wel papieren, zij zijn belangrijke autoriteiten, en stellen zich boven jou, ook al hebben ze nog niet de helft aan know how. Dat krijg je bij dat verschil tussen laag en hoog waarnemingsvermogen. Dit krijg je ook bij moreel handelen. Bij een hoog waarnemingsvermogen, ben je vrij sterk gebonden aan jouw natuurlijke leefomgeving, want die neem jij scherp waar. Als je vrij sterk gebonden bent aan jouw natuurlijke omgeving, dan kan je dat ook uitdrukken in de term “down to earth”; jij bent meer down to earth. Dat betekent in de praktijk: een emotionele verbinding leggen met een andere persoon, als die persoon een fiets heeft en dat is zijn eigendom, dan blijf je daarvan af, je laat de fiets bij die andere persoon. Bij een lager waarnemingsvermogen is dat minder het geval, vooral de mensen van de middengroep; die zitten in het midden van de IQ schaal en doen dingen half, en het dwarrelt dan alle kanten op. Zij zijn minder down to earth, dus kunnen de gedachtes aan de wandel gaan, bijvoorbeeld naar hypothetische vragen wat voor kwaad je allemaal zou doen, dat je die fiets zou kunnen stelen, wat je met die fiets zou kunnen doen, en aan de andere kant gedachtes aan hogere machten die dat weer in balans moeten houden: wereldse machten zoals de politie of geestelijke machten zoals God. Maar dat is wel een beetje vreemd natuurlijk, in feite heb je dat niet nodig als jij je kan verplaatsen in de andere persoon, de eigenaar van de fiets, en gewoon gewoon doet: laat die fiets gewoon bij hem, doe niet zo moeilijk. Je kan het dus veel eenvoudiger houden. Eigenlijk, als je dit zo bekijkt, is het wel een beetje omslachtig wat zij doen, of je zou kunnen zeggen ongelofelijk dom, zeker als je leest wat hun zogenaamde topfilosofen ervan bakken. De arbeiders van de groep categorie een hebben ook het eenvoudige blijf van de spullen van een ander af, want zij kennen ook deze solidariteit, het solidariteitsprincipe. Allerlei gedachtes over hypothetische mogelijkheden wat je allemaal kan doen met het stelen van anderen en of er dan wel of geen hogere machten zijn die je beperken hierin; arbeiders zijn meer van het bottom up denken dus onderlinge (volks)solidariteit; hoogbegaafden zijn ook van solidariteit, en de maatschappelijke middengroep is de weg kwijt.
VOORBEELD VIJF: AUTO-SCHADE
Vandaag heb ik een bocht te nauw gekomen en ben daardoor tegen de auto van een ander aangekomen. Volgens de christenen moet ik nu schade betalen want anders wordt God boos, en volgens Nietzsche moet ik schade betalen want deze mensen hebben mijn kenteken gezien en kunnen de politie op mij afsturen als ik zomaar wegrijd.
Dus in beide gevallen word je bedreigd om je te gedragen, enerzijds vanwege hemelse macht die jou gaat straffen en anderzijds vanwege wereldse macht die jou gaat straffen. Maar hoeveel mooier is het als je kan spreken over eergevoel, en die deze mensen de schade wil vergoeden, omdat je niet wil dat jij een ander schade aandoet. Al is dat vaak afwezig.
VOORBEELD ZES: EEN SCOOTERRIJDER
Heel apart was dat een jaar geleden, toen een scooterrijder mijn dochter aanreed. Hij reed in het donker tegen het verkeer in, aan de verkeerde kant van de weg dus. Haar hele fiets was kapot. Hij had heel veel babbels hoe hij alles zou vergoeden. Ik had contact met hen, en achteraf bleek dat zij helemaal niets wilden vergoeden, wij hebben nooit een cent van hen gezien. Toen ik de (volwassen!) man daarop een whatsapp bericht stuurde met “kankerlijder, heb je helemaal geen eergevoel of zo” kreeg ik als reactie: “wij zullen nog een klacht tegen jou indienen, als jij je zo gedraagt”; tegen mij dus! Zo dan, dat is een smerige uitspraak.
Hoe is het anders mogelijk dat je niet kan bedenken, dat je een ander zijn of haar schade vergoedt, uit eergevoel, omdat jij staat voor iets, voor principes, grondprincipes, dus bottom up gedacht; in plaats van dat dit niet mag omdat drieduizend jaar geleden een man van een berg afkwam, met stenen tafelen, waarop staat dat dit niet mag, dus topdown gedacht; of omdat anders de politie op jouw afkomt, dus ook topdown gedacht.
VOORBEELD ZEVEN; KNUFFELDIEVEN
Het bovenstaande principe zag ik nog heel sterk van de week in een rechtszaak in Nederland over de zogenaamde “knuffeldieven”; twee arrogante Syrische rotjongens, die knuffels hadden gestolen. Dat lijkt niet zo erg, maar de knuffels waren ergens langs de weg gezet, waar een vader met zijn kinderen in het kanaal was gereden, dus als nagedachtenis voor de overleden kinderen. De Syrische jongens hadden de knuffels gestolen en in het filmpje dat ze ervan hadden gemaakt, zeiden ze: die kids zijn toch dood. Bij de rechtszaak zaten ze nog steeds te liegen, want ze deden het voorkomen alsof ze niets wisten van het gezinsdrama in verband waarmee de knuffels daar lagen.
De rechter gaf hen een lage taakstraf, zestig uur werken. Dit is allemaal een beetje vreemd. Iedereen zit hier topdown te denken. Ze gaan kennelijk uit van hypothetische mogelijkheden dat de jongens van niets wisten, of jonge kinderen zijn die een eenmalige fout hadden gemaakt; ze gaan mogelijk ook uit van de beperkte materiele schade, terwijl de gevoelsschade hier enorm is.
Verder zag ik dat de rechter de uitspraak deed dat het een zeer verwerpelijke daad was wat ze gedaan hadden, hoewel de strafmaat dan toch vrij laag is. Dat is ook typisch voor topdown denken; hoogdravende uitspraken (zeer verwerpelijk), maar praktische uitvoering matig, dus lage straf.
Als jij een bottom up denker bent, dan stel je vast dat zij liegen met het verhullen van hun daad door onwetendheid, je stelt je als gelijke op, in de trant dat je ze niet gaat kapittelen met hoogdravende woorden, maar eenvoudig door de vaststelling, alsof je hun gelijke bent: jullie zijn aan het liegen hier in de rechtszaak, dat weten jullie net zoals ik, toch nietwaar jongens? Je advocaat ook, ook al heeft hij je misschien geadviseerd andere dingen te zeggen. Laten we elkaar niet voor de gek houden, jullie ons rechters niet, wij jullie jongens niet, we zijn allemaal gelijk hierin. Je ziet dat bottom up denken echt anders is en niet een hoogdravende rechter die de jongens met dure woorden overlaadt, maar gewoon face to face eenvoudige woorden. Ik hou ook van de Godfather films, dan kan je je indenken dat je dit een beetje zegt op een toon zoals Vito Corleone, zo van, ach jongens, weet je, gewoon gewoon, jullie weten dat dit niet kan, ik van de rechtbank weet het, easy, laten we daar niet zo moeilijk over doen, je weet toch. Je kan ook zeggen, laten we er dan eerlijk over zijn dat dit gewoon straf verdient, en een andere straf dan gevangenisstraf is hier niet passend. Weet je jongens, het is binnenkort zomervakantie, jullie willen misschien gaan zwemmen, lekker weer, maar jullie hebben deze fout begaan, dus dat kost je een zomervakantie, want jullie hebben de samenleving zeer gedaan, en wat doet nu zeer voor jonge jongens als jullie, een beetje werkstraf doen niet natuurlijk, maar zomervakantie wel, dat is natuurlijk het leukste, dat weten we heel goed, dus geef ik jullie twaalf weken gevangenisstraf, met bevel voor gevangenneming, zodat de straf direct ingaat, dan missen jullie in ieder geval de zomervakantie, want die hebben jullie verspeeld. Na de zomervakantie zijn jullie weer gewoon vrij, dus op tijd voor school. Niks geen ernstig gedoe, gewoon een zomervakantie dat is alles, case dismissed.
VOORBEELD ACHT; HUISELIJK GEWELD
Ik doe deze benadering zelf ook in rechtszaken. Ik noem het de Vito Corleone benadering. Ik heb wel lol zelf hierin. Zoals gisteren bij de rechtbank Arnhem bijvoorbeeld, dat ging over een scheiding met signalen van kindermishandeling, kinderen zeggen dat de oudste door vader werd geslagen tegen hoofd. De advocaat van vader ging er met gestrekt been in, dat is top down denken, van bovenaf, hautain, me een ik weet alles air. Hij zei, dat verhaal van moeder rammel aan alle kanten, het is niet de vader die slaat, maar de ene zoon slaat de ander, en de moeder is fout, heel fout dat zij de oudste zoon dwingt de jongste te slaan en dan de vader ervan beschuldigt.
Dat is nogal een fors verwijt aan moeder. Maar geen van ons was erbij, de andere advocaat niet en ik ook niet. Dus doe ik de bottom up Vito Corleone aanpak, zoals die praat tegen Don Fannuci met een air van ik weet niets. Dus ik zeg, ach rechter, ach, weet u, mijn collega was er niet bij, bij dit gezin, ik was er niet bij, wat gebeurde in dat gezin, ik ook niet, we weten niks, maar het enige wat we hebben zijn de stukken van Veilig thuis en kindgesprekken en die wijzen naar vader en ach, ja, ik kan alleen maar dit vaststellen en voor zover de standpunten verschillen is nader onderzoek nodig door de raad voor de kinderbescherming. Je weet bijna al zeker dat ze dit overnemen, maar het gaat mij hier even de vorm.
VOORBEELD NEGEN; DE ZAAK GEMMEKER
Het vorige was nog maar een voorbeeld van een rechtszaak over het stelen van knuffels. Het wordt helemaal gek als het gaat om moeilijkere rechtszaken, wat te denken bijvoorbeeld van de rechtszaak na de Tweede Wereldoorlog tegen de commandant van concentratiekamp Westerbork, Gemmeker. Het bijzonder gerechtshof in Assen legde hem een gevangenisstraf op van slechts enkele jaren, hij liep na paar jaar al weer vrij, terwijl hij via zijn kamp ongeveer honderdduizend Joden had afgevoerd naar een zekere dood.
De leden van het bijzonder gerechtshof waren echter mensen van categorie twee. Daardoor verstrikten ze zich in hypothetische vragen. Gemmeker hielp ze een handje door te zeggen: ik wist niet zeker dat de Joden naar een vernietigingskamp gingen, misschien was het een arbeidskamp, ja, ze hadden mij altijd gezegd dat het een arbeidskamp was. Het bijzonder gerechtshof dacht: ja misschien wist hij het inderdaad niet zeker, wie weet, wie zal zeggen dat hij het zeker wist. Ze verstrikten zich in hoogdravende hypothetische vragen. Ze gingen daar heel belangrijk over doen.
Je ziet direct de factor goodwill kelderen want Gemmeker kreeg een veel te lage straf. Als ze gewoon bottom up hadden geredeneerd, dan hadden ze kunnen vaststellen: wat er ook zou gebeuren met de Joden, het zag er onheilspellend uit om met zijn allen te worden afgevoerd in veewagons, en ook de omstandigheid dat ouden van dagen en kleine kinderen mee moesten, en zelfs mensen die dodelijk ziek waren, betekende vast niet veel goeds. Wij van het bijzonder gerechtshof laten ons niet zomaar ompraten door goedkope praatjes, door hoogdravende praatjes. Wij zijn namelijk geen topdown denkers die uitgaan van hoogdravend gezwam. Wij zijn bottom up denkers die kijken naar feiten, wij zijn waarnemers, objectieve waarnemers, die kunnen vaststellen dat als je zieke mensen, halfdode mensen in goederenwagons afvoert, dat voldoet aan de objectieve kenmerken van genocide, zodat het aan jou was om vast te stellen dat het tegendeel het geval was, wat jij nooit gedaan hebt.
Hiermee in overeenstemming is dat je de doodstraf verdient, doei uit deze wereld klaar. Je hoeft Gemmeker daarmee niet de grond in te boren, hij heeft gegokt op een bepaald wereldbeeld, dat was het verkeerde, je kan hem de eer laten en laten sterven voor een vuurpeloton, zoals Rauter, de hoogste commandant in Nederland destijds. Het is bepaald treffend dat na het tribunaal de vrouw van de voorzitter, jaren later, haar excuses aanbood aan de Joodse gemeenschap, aan kamp Westerbork, en zei: mijn man heeft een fout gemaakt. Typisch dat dit van een vrouw komt, die empathisch wat sterker zijn dan mannen. Je ziet hier dat het topdown denken van de belangrijke rechter, haar man, het verliest van het bottom up denken van de echtgenote van het bijzonder gerechtshof Assen, mevrouw Meijer.
VOORBEELD TIEN: MIGRATIEBELEID
Dit is dan weer een ander voorbeeld; je kan als voorbeeld de zaak noemen van de knuffeldieren, of van Gemmeker. Het eerste gaat over Syrische jongens, het tweede over een Nazi commandant. Misschien dat u met het eerste voorbeeld denkt dat ik rechts ben, of misschien dat u denkt met het tweede voorbeeld dat ik links ben. Maar zo werkt dit niet, dit heeft niets te maken met klassiek onderscheid links rechts maar met het onderscheid topdown denken en bottom up denken. Ik kan namelijk ook nog wel weer een ander rechts voorbeeld noemen. Neem bijvoorbeeld migratieproblematiek in Nederland: er komen veel te veel migranten en voor groot deel uit landen met andere cultuur, dus dat matcht niet goed met onze samenleving. Je kan dat met bottom up denken makkelijk oplossen, maar dat doen de topdown denkers niet. Die verstrikken zich in moeilijk doen. Neem als voorbeeld Eritrea, dat is een exportland van asielzoekers. Een van de groepen die hier migreren zijn Eritreeers, want zij balen van de lange militaire dienst in hun land. Mensen zijn druktemakers, dus een deel zegt: je moet ze allemaal asiel geven want als ze gedeserteerd zijn, dan worden ze bij terugkeer zwaar gestraft. Een ander deel zegt: je moet ze allemaal uitzetten, dat ze gestraft worden interesseert mij dat. Je kan echter ook optie drie kiezen, op Rijksoverheid.nl zetten: je krijgt geen asiel meer vanwege militaire dienst in Eritrea, als je toch komt eigen risico. Op die manier leg je het probleem bij de ander en hoef jij je niet druk te maken. Dit kan je doen, want militaire dienst is dan wel pech, maar het is geen vervolging, dus geen echte asielgrond. Zolang je je houdt aan de regels van militaire dienst, gebeurt je niets. Dus dit probleem hoeven wij hier niet op te lossen en dan kunnen we dat ook gewoon schrijven en op internet zetten, waar ben je anders bang voor? Wat ik doe is gebruikmaken van bottom up oplossingen: communicatie, internet, gewoon paar simpele dingen. Zij maken gebruik van machtsmiddelen, zwaardere dingen, bottom up zaken: asielzoekerscentra bouwen, of uitzetcentra, politie, geweld.
3. Waarheidsvinding
Ik noem dit soort voorbeelden als hierboven, zodat u een beetje grip op dit onderwerp krijgt, en hoe het verschil is tussen topdown denken en bottom up denken. Dit zijn echter nog uitsluitend voorbeelden die gaan over moreel handelen, dus we zitten hier nog steeds bij het thema “goedheid”; maar ik wil het nu ook uitbreiden, ik wil het uitbreiden naar het thema “waarheid”; hoe ervaren wij wat waar is in deze werkelijkheid. Als je al ziet hoe wijd de verschillen uiteenlopen tussen topdown denkers en bottom up denkers als het gaat om het thema goedheid, het neemt helemaal bijzondere vormen aan als het gaat om het thema waarheid. Het verschil in denken neemt daar bizarre vormen aan, afhankelijk van hoe je mindset is, topdown denken en bottom up denken.
3.1 wereldbeschouwing afhankelijk van welke mindset je hebt
In lijn met wat hierboven staat, wil ik kijken hoe iemands wereldbeschouwing eruit ziet, afhankelijk van welke mindset je hebt: topdown of bottom up; of laat ik gelijk maar tot de kern doordringen, niet slechts welke wereldbeschouwing jij hebt, maar welke religieuze overtuiging, want religieuze overtuigingen dat zijn de kern van iemands wereldbeschouwing, daar zie je echt wat iemand voor gedachten heeft in het binnenste van zijn denken. Hier zie je mega verschillen. Hier heb je echter in de kern hetzelfde probleem als hierboven met moraal. Nietzsche gaat uit van twee opties; en vergeet optie drie.
De vraag naar de verhouding van denken tot zijn, van geest tot natuur, is naar ze zeggen de hoogste vraag van alle filosofie en religie. De vraag naar de verhouding van denken tot zijn vind je overal, speelt bij alle grote schrijvers een rol. Heel mooi komt het bijvoorbeeld tot uitdrukking in de middeleeuwse scholastiek, de vraag: wat is primair, geest of natuur? Deze vraag kan je ook anders stellen, om het meer op scherp te stellen, en dan komen mensen met deze twee mogelijkheden: heeft God de wereld geschapen, of bestaat de wereld van eeuwigheid? Naarmate filosofen deze vraag beantwoordden, verdeelden ze zich in deze twee grote kampen. Degenen die beweerden dat de geest primair was in relatie tot de natuur, die daarom aannamen dat de wereld uiteindelijk op de een of andere manier geschapen was, kan je het kamp van het idealisme. De anderen, die de natuur als primair beschouwden, behoren tot verschillende scholen van het materialisme. Als je dat helemaal op scherp stelt, dan krijg je aan de kant van het idealisme het christendom; in de betekenis dat de wereld is geschapen door God; en dat alles secundair is aan God; en de wereld van het materialisme krijg je vervolgens in ultieme vorm bij Nietzsche; hier is alles een vorm van wil tot macht; een blinde wereldwil. Al zijn er ook talloze varianten. Deze vraag naar de verhouding tussen het zijn en het denken wordt in religie en in filosofische taal op allerlei manieren gesteld; maar meestal met deze tweedeling.
Nu heb ik al eerder gezien met Nietzsche, in de hoofdstukken hiervoor, dat hij twee mogelijkheden aanwezig acht maar structureel mogelijkheid drie over het hoofd ziet; en dat zou ook hier zomaar het geval kunnen zijn. Op het eerste gezicht zou je kunnen denken: aha! Materialisme, idealisme. Dat zijn dus de enige twee mogelijkheden en andere mogelijkheden zijn er niet. Maar let op, dat is opnieuw dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee topdown denkers antwoorden zoeken; het zal wel het een zijn of het zal wel het ander zijn; en als je een materialist bent dan beantwoord je de suggestie dat de natuur primair is vanzelfsprekend bevestigend en als jij idealist bent dan beantwoord je de suggestie dat God alles geschapen heeft misschien wel als bevestigend en vrij automatisch ook. Maar waar is ook hier weer optie drie; de bottom up optie??!? Voor mij is het namelijk helemaal niet vanzelfsprekend, dat de natuur primair is en het denken secundair, of dat het denken primair is en de natuur primair. Deze twee kunnen misschien ook gelijk oplopen; zo maak ik ook mijn schema’s. Ik maak ze als een bedrijfsbalans. Ik verdeel de wereld in een Activa en Passiva zijde, en de Activa kant is dan “natuur” en de Passiva kant is dan “mensen” of “menselijk denken”. Het aardige van deze gedachte lijkt mij: een balans moet altijd in evenwicht zijn. Dus als er aan de ene kant 50 eenheden natuur staan, dan staan aan de andere kant 50 eenheden denken; het een is nooit meer dan het ander, er moet altijd evenwicht zijn. Het betekent ook dat als er een mens wordt geboren, met stel 100 eenheden denken, op een totaal van 100; dan moet de natuur ook ontstaan en wel met een noodzaak want hier is geen margin of error meer aanwezig; als deze mens ontstaat, dan moet er een natuur zijn, en omdat de natuur misschien een langere aanloop nodig heeft, kan het zijn dat die al eerder is begonnen met groeien, maar niet omdat de natuur primair is, maar omdat de natuur nu eenmaal een langere aanloop nodig heeft; dat is alles.
Zoiets is een bottom up approach. Topdown denkers zijn altijd geneigd het ene hoger te schatten dan het andere, zij zijn mensen die denken in divisie, in verdeeldheid, in onderscheid naar rang en stand; ze stellen iets bovenaan en het andere verdwijnt dan naar de onderkant. Bij bottom up denkers is dat minder, die denken in gelijkheid. Ik had dat hierboven al aangegeven, hoe ik arbeidersjongens gelijk achtte als mijzelf; alleen de klasgenoot Boris achtte zich hoger, omdat dit in zjin topdown mindset zit, en vervolgens moet hij met geweld “even rechtgezet worden” door hem in elkaar te slaan en in het fietsenhok op te sluiten. Als hij normaal had gedaan, was dat niet nodig. Maar dat topdown denken zit zo zijn hoofd; het zat er gewoon ingebakken. De invloed van je eigen mindset is enorm, op hoe je wereldbeschouwing is. Als je ziet hoeveel invloed je eigen mindset is bij dit soort dingen, dan kan je je voorstellen, dat het denken een inhoud kan hebben die al van tevoren gedachte-inhoud is, van de betreffende persoon, en niet overeenkomt met de werkelijkheid; maar hij is zo verblind door zijn eigen voorstellingen, dat zijn gedachtes duidelijk en vanzelfsprekend zijn, en hij die helemaal niet betwijfelt. Het is hem dan ook helemaal niet duidelijk dat veronderstellingen niet zomaar aangenomen kunnen worden, maar bewezen moeten worden, iets wat een wetenschappelijke benadering is; nee, zo ver komen zij niet met het denken, het materialisme of omgekeerd, hun idealisme, is iets wat in hun vooronderstellingen besloten ligt en de omstandigheid, dat je het ook niet hoeft te bevragen, dat het verder geen bewijs nodig heeft, is een soort “mayonaise bij de patat”; of ketchup bij jouw hamburger, iets wat je er gratis bijkrijgt, iets wat impliciet in de vooronderstelling besloten ligt. Dit belet ze echter geenszins om andere mensen hun eigen vooronderstellingen op te dringen; het gebrek aan bewijs krijgt een sociale component; ergens in hun onderbewuste zullen ze zich wel beseffen, dat er iets ontbreekt, er is ergens een vacuüm wat gevuld moet worden, en als zekere vooronderstellingen niet worden gedragen door objectief bewijs, dan moet het gedragen worden door subjectief bewijs, met andere worden door sociale conventie; ze gaan op zoek naar mensen die hetzelfde denken als zij, of die bereid zijn, op basis van sociale conventie, hetzelfde narratief te hanteren als zij doen, ter verklaring van het bestaan van het universum. Het zijn mensen die ook geen wetenschappelijk bewijs vragen, maar die bereid zijn dezelfde conclusie te trekken over de oorzaak van het bestaan, en dit ook te verdedigen ten opzichte van derden, en vaak met enige stelligheid, namelijk dat hun filosofie of religie de enige juiste is, omdat deze “correct” wordt bevonden, niet omdat deze voorzien is van het meest overtuigende bewijsmateriaal, maar omdat deze correct is voor zijn denken, met andere woorden: aansluit bij jouw mindset. Omdat het een gefabriceerd geheel is, is het helaas niet van theorie naar praktijk te vertalen; het levert een enorme spanning op tussen de inhoud van jouw denken en de praktische wetenschappelijke bevindingen. Maar uiteindelijk kiezen mensen ervoor in illusies te leven; dit is een illusie die je tegenkomt bij religieuzen en die zij delen met bijna alle filosofen en theologen. Maar je hoeft maar een ding te veranderen, en alles kan worden opgelost. Het probleem is dat zij topdown denkers zijn, je kan gewoon je mindset veranderen, en omschakelen naar bottom up denken; en dan is het denken weer in overeenstemming met de praktijk. Ik schreef dat ook hierboven aan het begin van dit essay: mensen die half half denken, komen met allerlei fantastische theoretische voorstellingen, maar ze kunnen het niet verbinden met de praktijk; ze doen het namelijk maar half. Zo zit het ook met de idealisten en materialisten; allerlei verheven gedachtes hoe het universum ontstaan kan zijn; de idealisten verheffen het denken tot hoogste goed, de materialisten verheffen de natuur tot hoogste goed; maar geen praktisch besef, geen praktisch besef hoe het een in verband moet staan met het ander. En ter afscherming van twijfel hierover gaan ze uit van autoriteit, dus zoiets “moet je maar gewoon aannemen, ook al is er maar marginaal bewijs voor”, “gewoon kop houden en geloven”. Maar dat hoeft helemaal niet waar te zijn. Misschien kijken jullie zoveel naar boven, omdat dit jullie mindset is. Als je je nog even herinnert, hoe ingewikkeld mensen het kunnen maken van het maatschappelijk middenkader, met idealisme en materialisme en hoe ze zich daarin verstrikken, dan kan je je voorstellen hoe anders hun mindset is, hun topdown mindset, die leidt tot allerlei ingewikkelde discussies en debatten, tweeduizend jaar filosofische strijd; hoe verschillend van mijn bottom up mindset en hoe eenvoudig je daarmee kan aantonen dat “denken” parallel loopt met “zijn”.
Voorbeeld fietsen
Stel als je gaat fietsen met je ogen dicht, dat is wachten op ongelukken. Dat betekent rekenkundig aan de Activa kant goodwill nul en Passiva kant waarnemingsvermogen nul; waarnemingsvermogen nul want ogen dicht, en goodwill nul want je kan ervan uitgaan dat dit ongelukken oplevert. Maar als je je ogen opendoet dan heb je tenminste zicht voor jou en dat betekent goodwill stijgt ook omhoog, want kans op ongelukken neemt af. Je kan dus zien dat denken en zijn parallel oploopt.
Je kan ook nog bedenken dat er zoiets is als onvoorziene omstandigheden; omstandigheden die zo klein zijn dat je ze eigenlijk niet meer kunt zien, misschien alleen aanvoelen. Het idee is dat als het waarnemingsvermogen heel hoog is, zelfs die onvoorziene omstandigheden, onvoorziene ongelukken, worden uitgeschakeld; vanwege het enkele gegeven dat jouw waarnemingsvermogen zo hoog is. Dan moet de goodwill ook wel zo hoog zijn; dus kan het zijn dat er potentiele energie in de natuur wordt verzameld om dat ongeluk te verhinderen.
3.2 Verhalen of praktische voorbeelden
Met het bovenstaande heb ik mogelijk al enigszins een idee gegeven tot welke wereldbeschouwing jij komt, afhankelijk van je mindset. Ik kan het nog wel een beetje meer uitwerken; misschien nog even het model gebruiken van een bedrijfsbalans. Dat vind ik een mooi systeem, het is een “eerlijk” systeem, het laat mooi zien dat de ene kant gelijk oploopt met de andere kant, de Activa kant bevat honderd punten, dan bevat de Passiva kant ook honderd punten.
Maar ik kan het nog iets meer uitwerken wat betreft de technische aspecten van zo’n bedrijfsbalans, een bedrijfsbalans bevat niet alleen twee kanten, maar ook afzonderlijke balansposten, en daar staan dus eenheden achter; dat zijn grootheden, de balansposten zijn grootheden, en de getallen die erachter staan zijn eenheden, zoveel eenheden aan materiele activa, zoveel eenheden aan eigen vermogen; zoveel eenheden aan immateriele activa en zoveel eenheden aan vreemd vermogen. Ik schreef dat het systeem ook wel ongeveer in religie zit, je kan een Oude Testament en een Nieuwe Testament ook wel een beetje opvatten als Activa en Passiva, en dan heb je God als hoofdpersoon in het Oude Testament en Jezus in het Nieuwe Testament en Jezus vormt het beeld van de Vader en doet de wil van de Vader, dus ook hier is een overeenstemming aanwezig tussen de ene helft Activa/Oude Testament en Passiva/Nieuwe Testament, dus ook dit is wel netjes. Maar toch is het natuurlijk anders dan het economisch systeem zoals ik dat beschrijf, of eigenlijk is het systeem hetzelfde, maar ik beschrijf het meer met economische termen.
Dat lijkt ook te herleiden tot de vraag of jij een topdown denker bent of een bottom up denker. Als jij een topdown denker bent, dan ga je meer uit van grootheden namelijk God en van Jezus; je bent immers geneigd naar boven te kijken, naar grootheden dus, en niet zozeer naar de onderliggende eenheden. En die grootheden kunnen zomaar een leven op zichzelf gaan leiden, topdown denkers kunnen zich namelijk verliezen in luchtkastelen. Deze God, deze grootheid die jij hebt herleidt uit een economisch systeem, kan dan zomaar een man zijn van menselijke afmetingen en hij woont in een kasteel in de hemel. Hiervoor is geen objectief bewijs, maar zoals ik hierboven schreef, als er geen objectief bewijs is, dan ga je op zoek naar subjectief bewijs, dan ga je op zoek naar dan andere mensen die jou hierin kunnen ondersteunen, die dezelfde gedachtes delen; je gaat een gezamenlijke narratief maken, en dan ga jij uit van de verhalen die hierover in de Bijbel staan. Je zegt dat de Bijbel een heilig boek is, waarmee je vervolgens iedere twijfel buiten sluit; je moet de inhoud aannemen op basis van autoriteit. Je ziet hier gelijk ook twee mogelijkheden ontstaan, namelijk dat je de verhalen wel of niet als waar beschouwt, topdown denken is vaak een soort van denken die onderscheid maakt. Je krijgt dus automatisch een tegenkamp, een tegenpartij van materialisten die de verhalen bestrijden, of er helemaal niet in geinteresseerd zijn en negeren. Maar het komt allemaal voort uit een topdown mindset, dat suggereert dat deze twee mogelijkheden idealisme en materialisme de enige twee zijn. Of je beschouwt de verhalen als waar en dan ben jij een gelovige of je beschouwt de verhalen als niet waar en dan ben jij een ongelovige. Ze vergeten, zoals ik maar blijf herhalen, de derde mogelijkheid, namelijk dat jij niet kiest voor een van deze twee modaliteiten van topdown denken, maar dat jij een bottom up denker bent. Als jij een bottom up denker bent, dan ga je niet zomaar uit van verhalen, al zal jij ze ook niet zomaar afwijzen. Je bent gewoonweg minder gericht op verhalen als zodanig, maar je zal de psychologische realiteit erachter proberen te achterhalen. Je bent minder gericht op de buitenkant, op wat er aan verhalen in de Bijbel staat, maar meer op innerlijke structuren; je bent minder dan topdown denkers gericht op praatjes of op autoriteit, maar je gaat zelf dingen dooranalyseren en doorrekenen. Je gaat minder uit van grootheden, en het bestaan van grootheden als zouden dit zelfstandige entiteiten zijn met een eigen leven, ook onafhankelijk van de uiterlijke realiteit waarin wij leven, als zouden zij zich ophouden in een aparte zone, in de hemel; maar je gaat rekenen met eenheden. Je leert de werkelijkheid zien als een economische eenheid, dus je gaat niet zomaar zeggen dat er een Oude Testament is met God als centrale hoofdpersoon, als grootheid; maar je zegt: dat is de Activa zijde van de werkelijkheid en de rekeneenheid is goodwill; je hebt de balanspost materiele eenheid en daarboven staat immateriele activa en dat bevat zaken als goodwill. Of je zegt niet zomaar dat er een Nieuwe Testament is met Jezus als hoofdpersoon; maar je spreekt over Passiva zijde als van een balans, en daar heb je ook eenheden, eenheden aan waarnemingsvermogen; eigen waarnemingsvermogen en vreemd waarnemingsvermogen en dat laatste hoeft niet te berusten bij iemand in de hemel, maar is de beschikking over concrete mensen op concrete plaatsen in de werkelijkheid.
Anders dan bij topdown denkers ga je dus minder uit van verhalen. Je gaat minder uit van verhalen over de grootheden God en Jezus, maar je gaat meer uit van concrete berekeningen op basis van concrete praktijksituaties. Je krijgt hier een wetenschappelijke methode. Je hebt concrete praktijksituaties en die ga je doorrekenen, om te zien hoe de economische realiteit is die hierachter schuil gaat. Ik beschrijf in het vorige artikel een paar eenvoudige praktijkvoorbeelden uit mijn eigen leven. De topdown denkers zullen vooral voorbeelden uit de Bijbel gebruiken, maar als jij een bottom up denker bent, meer van het Achterhoekse denken van doe maar gewoon gewoon, dan zal jij gewoon een paar dingen uit je eigen leven gebruiken in plaats van het verderop zoeken in geschriften van autoriteiten. Je zult minder uitgaan van wat in boeken staat, dan wat je in je eigen leven hebt ervaren; en je zult minder uitgaan van wat autoriteiten zeggen, dan wat jij zelf met eigen ogen hebt gezien.
VOORBEELD CHRISTENDOM: INGEWIKKELD OUDE EN NIEUWE TESTAMENT IN PLAATS VAN EENVOUDIGE BEDRIJFSBALANS MET ACTIVA EN PASSIVA KANT
Het Christendom is gebaseerd op de teksten van de Bijbel, en dat bestaat uit een Oude Testament en een Nieuwe Testament. Met een grote hoeveelheid verhalen. Dat komt vrij ingewikkeld voor, en je weet ook niet of het historisch allemaal klopt en in hoeverre het een allegorisch verhaal is. Dat is allemaal ingewikkeld. Ik maakte een eenvoudig schema van de werkelijkheid, namelijk een economisch schema zoals een bedrijfsbalans, met in plaats van Oude Testament een Activa kant natuur en in plaats van het Nieuwe Testament een Passiva kant mensen, zo kan je ook een systeem opzetten, en kijken hoe wij mensen, hoe ons menselijke denken, zich verhoudt tot de natuur. Het is een beetje hetzelfde, het Oude Testament gaat wat meer over natuur, schepping van de natuur, en het Nieuwe Testament wat meer over mensen, hoe wij mensen ons moeten gedragen, maar zet het in een bedrijfsbalans en dan wordt het een stuk eenvoudiger
VOORBEELD NOG MEER CHRISTENDOM; DE PASSIVA ZIJDE VAN DE WERKELIJKHEID
Hierboven heb ik laten zien, dan je de ingewikkelde verhalen van het Oude Testament en Nieuwe Testament, ook gewoon kan vervangen door een simpele bedrijfsbalans met Activa kant en Passiva kant. Je kan nog meer dingen vereenvoudigd weergeven. Ik gebruik namelijk ook andere onderdelen van de balans, andere balansposten. Aan de Passiva kant heb ik eigen vermogen en vreemd vermogen; eigen vermogen is gewoon het normale werken, van arbeiders, werkvermogen, technisch vermogen. Vreemd vermogen is denken, zoals voor het opstellen van dit filosofisch werk; dat is meer een uitzondering.
Bij de christenen is dat anders. Daar kan je zelf helemaal niks goeds doen; ze zeggen dat onze eigen werken flut zijn. Dus als iemand een christen is en hij is een goede kachelreparateur, dan hoort hij zondag in de kerk dat zijn eigen werk prutwerk is; lekker dan. Verder zeggen christenen dat vreemd vermogen onder Jezus valt, dat is iemand die in de hemel woont dus ook dat is niet beschikbaar; zo kunnen ze alle goede dingen wegcijferen, eigen vermogen is flut en vreemd vermogen is niet beschikbaar; in plaats van dat je zegt dat kachelreparateurs goed werk leveren met dat technische, en je gewoon mensen zoals ik hier rond hebt lopen voor het maken van filosofische essays.
VOORBEELD CHRISTENDOM ACTIVA ZIJDE
Ook de Activa zijde is anders. Ook hier wordt het materiele deel, hier de materiele activa, afgekraakt. Net als de post “eigen vermogen” aan Passiva zijde, wordt de post “materiele activa” aan Activa zijde afgekraakt; het wordt gekwalificeerd als een verdorven wereld. En de post “immateriele activa” wordt gezien als iets wereldvreemds, net zoals de post “vreemd vermogen” bij hen geen onderdeel is van de werkelijkheid, maar het is Jezus en die zit op een wolk, is de post “immateriele activa” hier God en die is ook weet-niet-waar. Bij mij is vreemd vermogen iets wat je zelf kan hebben, wat jij als mens kan hebben; de meeste mensen hebben eigen vermogen, vooral technische mensen en sommige mensen hebben vreemd vermogen, denkers dus; en immateriële activa, als ik dat uitwerk, dan zie ik dat als twee modaliteiten van de natuur; net als materiële activa is immateriële activa bij mij een modaliteit van de natuur.
Het eerste is dus materiële activa, dat is de gewone materiele natuur, zoals mensen dat kunnen bewerken als ze arbeidskracht inzetten. Je kan natuurlijke grondstoffen exploiteren, je kan een boom omhakken, er planken van maken en er een zitbank van maken of een schuurtje gaan bouwen. De natuur is hier passief en dat is handig voor het bewerken of exploiteren ervan. Het tweede noem ik dus immateriële activa, dat is de andere modaliteit van de natuur. Het is een modaliteit waarin de natuur zelf actief kan optreden door het efficiënt organiseren van potentiële energie. Dat is een beetje wonderlijk, maar als de natuur hoger scoort op Activa, is de natuur actiever, dus kan de natuur uit haar eigen slaapstand komen en zelf ook dingen laten ontstaan. In beide gevallen gaat het echter om modaliteiten van de natuur, en niet zomaar om iets wat onafhankelijk van de natuur bestaat.
VOORBEELD EIGEN ERVARINGEN
Ik schreef hierboven dat ik meer uitga van eigen levenservaringen dan boeken. Ik beschrijf vooral een incident als kind, dat is misschien ook eigen aan bottom up denkers: kindervaringen gebruiken. Eén ervaring springt ertussen uit. Dat was toen mijn vader overleed. Volgens mij kan je daar namelijk de post “vreemd vermogen” en “immateriële activa” zelf aan het werk zien. Het is al een tijdje geleden, maar vrij goed te herinneren. Het was zaterdagmiddag rond kwart voor vier en de locatie was Doetinchem, een plaats in de Achterhoek. We gingen met de auto naar de winkel, hij achter het stuur en ik als vijfjarige op de achterbank. Hij wilde nog sigaren halen, we gingen naar de tabakszaak aan de Terborgseweg. Maar al rijdend overleed hij plotseling, onderweg naar die winkel. We gingen onderweg via de Zuivelweg, rechtsaf naar de Van Hogendorplaan, linksaf naar de Kennedylaan en dan rechts naar de Terborgseweg, dat was de route. Maar op de hoek van de Zuivelweg en de Van Hogendorplaan, had ik het idee: hij reageert nergens meer op. Dat was merkwaardig. Dat was eng want dat confronteert jou heel direct met de dood: leeft hij nog wel. Ik maakte wat grapjes maar hij keek omlaag en gaf geen antwoord. Mijn reactie was toen wat merkwaardig: ik schoot niet in paniek, maar dacht: laat ik goed opletten, misschien leeft hij toch nog. Vreemd genoeg crashte de auto toen niet, bleef doorrijden, we gingen de bocht door van de Zuivelweg naar de Van Hogendorplaan en de auto reed keurig netjes aan de rechterkant van de weg, ik had het gevoel: haast te netjes, zo dicht langs de rand van de straat rijd je normaal nooit. Je komt langs een gelijkvloerse kruising Van Hogendorplaan-Heemskerklaan, en het vreemde was, hij reed wel heel recht langs de rand van de straat, maar bij het passeren van deze kruising keek hij niet naar links en ook niet naar rechts. Ik dacht nog: als er maar geen fietser van rechts komt, daar is een kleine supermarkt en heb je vaak fietsers, als er een van rechts komt, dan rijd mijn vader er dwars overheen, maar gelukkig kwam er geen fietser. Toen kwamen we bij de Kennedylaan en dat is een voorrangsweg, toen dacht ik: de vraag of hij nog leeft kan ik nu wel laten schieten, want het is zaterdagmiddag, de Kennedylaan is een drukke weg, anders dan de Heemskerklaan, hier kom je midden tussen het voorrangsverkeer van links en van rechts, net een soort sandwich, hier gaan we eraan, en dan is hij dood; als hij al niet is overleden, zal dat zo wel gebeuren, laat de vraag of hij nu al is overleden dan maar zitten. Vreemd genoeg draaide de auto zich toen als op commando om, en eindigden wij veilig op een parkeerhaven, omgekeerd, met de voorkant in de richting terug, richting Heemskerklaan. Heel raar, alsof iemand de besturing had overgenomen om mij veilig op een parkeerhaven te laten eindigen.
Ik kon toen die ervaring niet verwerken. Ik kreeg een portie visioenen; ik keek waar mijn vader naartoe keek; het leek wel alsof hij in de eeuwigheid keek; oei wat een eng beeld. Ik dacht: dat is geen plek voor mij! En toen kreeg ik een visioen van God; hoei, zit jij hier soms achter, wat hier gebeurt is. Ik zei tegen God: het is mijn tijd nog niet! Als ik het nu ga ontleden, dan zijn dit laatste twee topdown beelden. Een beetje zoals die beelden als ik hierboven noem van bestaat de werkelijkheid nu van eeuwigheid, of is het ontstaan door God; kennelijk gaat ook als je een vijfjarige bent je denken al aan het werk en komt het op deze twee mogelijkheden voor het verklaren van de wereld, een soort supersnelle analyse die je voltrekt binnen een paar seconden. De mogelijkheid van een wereldse macht waarbij de natuur van eeuwigheid bestaat, zoals Nietzsche het had verwoord; de leer van de eeuwige wederkeer van hetzelfde; en de theorie waarbij de wereld door God is geschapen; dat is de tweede, andere variant. Maar als ik kijk, dan zie ik ook mogelijkheid drie: jij bent daar zelf ook nog; destijds als kind, en destijds had je ook al een beetje een bottom up houding “dat is geen plek voor mij” en “het is mijn tijd nog niet”. Dan kan je nog terug naar wat je eerder hebt vastgesteld, namelijk dat dingen ook uit zichzelf kunnen ontstaan; eigenlijk automatisch, zoals een auto automatisch bestuurd kan worden; en logisch ook, omdat de wereld anders niet in balans is; als mijn waarnemingsvermogen hoog is, aan de rechterkant Passiva dan is ook de goodwill hoog aan de linkerkant Activa. Ik beschreef dit als quantumeffect, het waarnemingsvermogen van de observeerder aan Passiva zijde is van invloed op de uitkomst van een natuurlijk proces aan de Activa zijde; van alle mogelijkheden kiest het de juiste veilige plek. Dit soort quantumeffecten is bekend, dus daarom dat dit helemaal niet zo gek is, dergelijke quantumeffecten in jouw persoonlijke ervaringen. Als je dit eenmaal weet, dan is het ook leuk het verder uit te werken. Daar kan je nog meer mee doen. Als je kijkt naar natuurlijke processen op microniveau, dan zie je daar meer ook andere quantumeffecten, die je vervolgens ook op macroniveau aanwezig zou kunnen achten. Je kan dus zulke quantumeffecten verder analyseren. Je kan dan bedenken dat de mogelijkheid dat jij bestaat, ook betekent dat de mogelijkheid er is dat de wereld bestaat; dat is een een-op-een effect.
VOORBEELD: NOG WAT ERVARINGEN
Het gebeurde mij nog een keer: zo een rare ervaring. Ik had een eerste ontwerp van mijn theorie gemaakt, deze theorie die ik nu hier opschrijf. Het was nog wel een heel rudimentaire vorm, het was de gedachte dat als je alles in deze werkelijkheid in taal kan uitdrukken, dan is de werkelijkheid dus fundamenteel kenbaar. Dat is een alternatief op de filosofie van Immanuel Kant. Die gaat ervan uit dat de werkelijkheid fundamenteel onkenbaar is. Maar dat bevalt mij niet, ik vind het negatief en dat vind ik verdacht, maar het klopt volgens mij ook inhoudelijk niet. Dus ik had mijn eigen theorie, en ik had dat aangeboden aan een universiteit; tenminste, ik liep ermee naar de universiteit van Nijmegen. Ik studeerde Rechten, maar dat was wat saai, om alleen Rechten te doen, naast de Rechten faculteit zit het hoofdgebouw en daar zit ook de faculteit Filosofie, daar kan je gewoon naar binnen lopen en dan kan je daar ook met de mensen praten. Ik sprak erover met een van de mensen daar. Deze professor leek echter wel een geestelijk dode, foei wat een lauwe reactie. Daarna kreeg ik in de avond een wilde droom van Jezus die door het raam klom. Ik zei neem mij maar mee dan, als u wat te bieden heeft waarop hij zei: het is je tijd nog niet.
Hier lijkt een beetje hetzelfde het geval als incident met vader: hier krijg je weer twee topdown figuren; de man van de universiteit en Jezus; een wereldse macht en een geestelijke macht. Dat zijn dus weer topdown personen. Je kan weer opnieuw de vraag stellen: wat bestaat er nu het eerst, mind or matter. Maar dan krijg je het deze keer niet als live versie te zien, maar meer filosofisch-beschouwend; alleen in zekere zin wel weer een keer dezelfde vraag: wat is nu de hogere macht, is dat de geestelijke macht nu in dit meer theoretisch debat vertegenwoordigd door Jezus, of de wereldlijke macht van de filosofenkoningen van de universiteit van Nijmegen. Deze keer zijn we niet bezig met gevaren op de weg, maar met het bestuderen van filosofische onderwerpen, maar daar krijg je dan dus dezelfde discussie, of dezelfde tegenstelling zo je wilt, tussen enerzijds geestelijke macht en anderzijds wereldlijke macht; maar ook weer met de derde mogelijkheid, optie drie, jouw eigen bottom up optie. En dan kan je in feite een beetje door dat powerplay van hen heenkijken, door het geestelijk powerplay, en door het wereldlijke powerplay; bij de universiteit denk je: wegwezen hier, dit is mijn plek niet, net zoals je in de eeuwigheid keek en dacht: dat is ook mijn plek niet. Ik keek in zijn gezicht als in een eindeloze diepte zonder bodem. En bij Jezus krijg je dan weer het gezegde: het is jouw tijd nog niet. Dan is de vraag wat is mogelijkheid drie; de mogelijkheid die eronder zit, onder die andere twee opties. Wat eronder zit is jouw theorie, die wel eens erg goed kan zijn. Dat verwijst misschien weer naar jouw waarnemingsvermogen; dat je moet hebben om zoiets te maken; waarnemingsvermogen waarmee je de innerlijke verhoudingen in de werkelijkheid kan analyseren; en het is een “goed werk”; dus ook vorm van goodwill, van jouw kant.
VOORBEELD IMMANUEL KANT
Ik schreef hierboven dat dingen parallel kunnen lopen; aan Activa kant en Passiva kant; het zijn kan parallel lopen met het denken. Vaak zijn mensen niet neutraal en trekken ze iets voor, zodat je uitkomt bij materialisme of idealisme.
Dat kan trouwens heel geniepig zijn, het kan verstopt zijn, dat gebrek aan neutraliteit; misschien gaan ze heel neutraal doen, maar lukt het toch niet. Je kan het soms al zien in zoiets kleins als woordkeus. Dat zijn kleine details waar mensen vaak geen acht op slaan; zo van: wat maakt dat nu uit. Maar woordkeus kan al iets verraden, het kan verraden dat jij niet helemaal neutraal bent in jouw voorstelling van de wereld.
Zo heeft de bekende filosoof Immanuel Kant een systeem uitgewerkt, dat in principe hetzelfde is als mijn schema Activa en Passiva; Kant heeft zelfs uitdrukkelijk erbij gezegd dat hij dit systeem ging uitwerken, omdat hij de kloof tussen materialisme en idealisme wilde opheffen. Hij wilde dus het evenwicht bewaren, je zou kunnen zeggen: hij wilde het evenwicht in het midden bewaren, of hij wilde niet uit balans raken. Maar hij gebruikt niet de termen Activa en Passiva, maar voor de natuur gebruikte hij de term “noumenale wereld” en voor mensen “fenomenale wereld”.
Ik vind dat rare begrippen, noumenaal klinkt nogal donker, klinkt negatief, en fenomenaal klinkt alsof wij mensen fenomenaal zijn, alsof wij een stel supersterren zijn. Ik weet dat Kant dit niet zo heeft bedoeld, maar je moet rekening houden met het onderbewustzijn, zulke dingen kunnen gewoon ongemerkt in zijn theorie binnensluipen, zoals mieren onder de deur doorkruipen. Je kan het vervolgens ook aan het eind van zijn theorie weer zien opduiken, want daar stelt hij dat de natuur fundamenteel onkenbaar is, dus donker, duister; en de mensen worden aangeduid met a priori vooronderstellingen over de wereld, waardoor de natuur er maar armoedig vanaf komt, terwijl wij juist te rijk zijn bedeeld; hier zit geen balans in. Het lijkt mij een vorm van idealisme, dus Kant valt onder de idealisten; geen neutraliteit.
VOORBEELD ARTHUR SCHOPENHAUER
Arthur Schopenhauer is ook een mooi voorbeeld van arrogantie van de middenklasse. Hier zie je dat trouwens zowel mooi qua inhoud als qua vorm. Hij begint in zijn boek enorm van zich af te blazen in het begin, hij zegt: bij mij vind je alles!!! Ik weet alles!!! Dat is natuurlijk onzin. Het boek De Wereld als Wil en Voorstelling eindigt namelijk met niets, namelijk met zijn conclusie dat de hele werkelijkheid nep is, dat het een illusie is.
Als je een bottom up denker bent, dan pak je dat anders aan. Dan ga je niet eerst zo van de daken schreeuwen dat jij alles weet, wat een opschepperij, je moet eerst rustig gaan observeren hoe de werkelijkheid in elkaar zit, je moet rustig observaties doen, je kan niet zomaar gaan schreeuwen. Bovendien, als jij dan netjes observaties doet, dan kan je merken dat je de dingen in de wereld kan ruiken, horen, zien en voelen, allemaal zintuiglijke waarnemingen die maken dat het echt is; ongeacht wat het dan ook precies is, dat kan je dan eventueel later ontdekken, maar het is wel echt
VOORBEELD KARL MARX
Marx, daar had ik het vanochtend nog over bij de wandeling met Charlie de hond. Marx is zo’n theoreticus; dat hij bedenkt hoe kan ik de sociale ongelijkheid tegengaan. Hij denkt: rijke mensen hebben meer geld, arme mensen weinig geld, ik schaf het geld af, en dan is het probleem opgelost.
Marx is zo’n slechte denker, dat hij veel te hoogdravende theorieen heeft, allerlei hypothetische gedachtes over wat er zou kunnen gebeuren als je geld afschaft; en geen praktisch besef, dat iedereen dan arm is en je nog geen brood kan kopen.
VOORBEELD JEZUS IN DE BIJBEL
Misschien denken mensen dat Jezus in de Bijbel wel echt een goede denker is; dus wat ik hierboven schaar onder de categorie “vreemd vermogen”. Maar dat lijkt niet het geval. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Johannes drie. Daar vraagt Nicodemus hoe word je wedergeboren.
Dat kan je heel netjes uitleggen wat ik doe in mijn schema. In mijn schema kan je zien dat je punten kan scoren, afhankelijk van waarnemingsvermogen. Als je van secuur werken bent, bij laag waarnemingsvermogen, kan je punten scoren met technisch werk, materiele activa. Als je goed bent in denken kan je punten scoren met denkwerk, goed associaties maken, bij hoog waarnemingsvermogen. Als mensen van de groep categorie een werkers proberen over te stappen naar categorie drie denken, dan gaat het mis. Dat kan je zien in de praktijk, professoren die allemaal onzin produceren. Zolang ze zich met technische dingen bezighouden gaat het prima, kijk maar wat Einstein doet. Maar als je ze laat overstappen naar categorie drie voor denken zoals filosofie, theologie, dan gaat het mis en bakken ze er niets van. Dat is omdat iedereen goed is op zijn of haar eigen terrein. Maar als je denkt dat Jezus dit ook zo netjes gaat uitleggen: vergeet het maar. Hij blaft eerst Nicodemus af met een vage formule (wedergeboren wordt je door water en Geest). Nicodemus begrijpt het niet en vraagt nog een keer door. Dan blaft Jezus hem nog een keer af met: snap jij dat nu niet oen?? Als Nicodemus dan nog een derde keer vraagt, bedreigt Jezus hem zelfs met de hel in de trant loop naar de hel. Je kan hieraan zien dat Jezus geen denker is maar een doener, hetgeen verder ook blijkt uit het Evangelie; je kan Jezus niet vragen hoe de lijntjes lopen tussen waarnemingsvermogen en goodwill; maar Jezus loopt wel over water, een “stunt”; althans dat wil de verhaalschrijver jou doen geloven, maar het lijkt vooral bedoeld om te verhullen dat hier geen sprake is van hoogstaand geestelijk leven, maar pretenties.
4. Toekomst denken
Ik zat gisteren nog te denken wat het per saldo voor effect zal hebben, als je bovenstaande analyses volgt. Je schaft het vervelende topdown denken af, de vervelende denkvorm die vooral gepromoot wordt door arrogante onderwijzerskinderen, omhoog gevallen VWO leerlingen die in hun jeugd teveel verwend zijn, en andere maatschappelijke kwelgeesten; een vervelende denkvorm die voortdurend leidt tot allerlei waandenkbeelden zowel over moraal als over waarheid. Je voegt daarvoor in de plaats bottom up denken in, wat ik ook het Achterhoekse denken noem; een denkvorm van doe maar gewoon gewoon. Dit is dan de uitkomst van de geschiedenis. Maar hier is mogelijk nog wel iets meer aan de hand: wat betekent het voor de toekomst?
4.1 Duizendjarige rijken
Als ik even nadenk waar het vorige hoofdstuk over ging, dan ging dat over het thema of de natuur meer primair is, dan wel het denken; en ook wat de eerste oorzaak is van het heelal, bestaat de natuur van eeuwigheid of is de wereld door God geschapen. Als je dat meer samenvat, of anders formuleert, dan is het de vraag of we onderworpen zijn aan wereldse macht, of aan geestelijke macht. Maar er was nog een derde categorie, waarin de natuur niet primair is en het denken is ook niet primair; maar je zet ze op een balans, ik had er een bedrijfsbalans van gemaakt met een Activa kant en een Passiva kant, en dan laat je ze gelijk oplopen.
Nu zit ik in nog een nieuw, vierde hoofdstuk, en dat zou eigenlijk geen nieuw hoofdstuk kunnen zijn, als er nog een vervolgvraag open ligt. De volgende vraag is volgens mij niet zozeer waar we vandaan komen, dat is dan hoofdstuk drie, maar waar we naartoe gaan, de toekomst. Daar hebben de mensen ook twee varianten op, zoals altijd, het zal je eigenlijk niet meer moeten verbazen. In de ene variant komt er een sterke geestelijke macht en die sticht een duizendjarig rijk; in de andere variant komt er een sterke wereldse macht en die sticht een duizendjarig rijk. Dit lijkt enorm op elkaar. Ik had ooit God en Jezus vergeleken met Hitler en Himmler, dat werd mij niet in dank afgenomen, maar het lijkt wel erg op elkaar. Aan de ene kant heb je God die lijkt op Hitler; ze zijn sterke mannen en zorgen dat het rijk wordt uitgebreid en sterk in elkaar zit. En aan de andere kant heb je Jezus en Himmler die ongewenste elementen uit de weg ruimen; zij doen dus het zware werk aan de achterkant. Het lijkt waarschijnlijk zo sterk op elkaar, omdat het allemaal gaat om macht; uiteraard; altijd gaat het om macht. Ik ben een soort van iemand die ingaat tegen macht; als ik op de peuterspeelzaal kom en iemand zegt topdown: kom in de kring zitten, dan zeg ik bottom up: waarom. Hier zou dus ook nog een derde variant kunnen bestaan; de wereld is niet ontstaan door een geestelijke macht; en de wereld is ook niet ontstaan door een natuurlijke macht, in het verleden, aan de inputzijde, in het verleden. Noch is het doel van de wereld dat een geestelijke macht een duizendjarig rijk sticht, of dat een wereldse macht een duizendjarig rijk sticht, aan de outputzijde, in de toekomst. Maar wat dan wel, wat is dan het “waarom” van dit hele bestaan? Misschien kan je het omgekeerde doen van wat zij doen, misschien niet altijd maar dingen opbouwen, maar ook wat gaan afbreken. De mensen van “topdown” willen natuurlijk altijd maar grotere dingen, hogere torens, en jij van bottom up kan ze misschien corrigeren waar nodig. Je kan mensen corrigeren als ze te lange boeken schrijven, bijvoorbeeld als Dostoyevski zeshonderd pagina’s meent te moeten doen over de vraag “mag je iemand een mes in de rug steken”; dat kan je gewoon met “nee” beantwoorden en dan kan je bijna alle pagina’s schrappen van dat boek; of gewoon het hele boek Misdaad en Straf zelf. Het wordt dan een voorwerp uit een tijd dat mensen nog niet goed konden nadenken, leuk voor in het museum naast rekwisieten van de Neanderthalers. Maar je kan natuurlijk ook meer dingen gaan afbreken, dat hoeven niet alleen boeken te zijn. Je kan ook het monument “De Kies” afbreken, waar ik het hiervoor over had; dat is al een echt ding. Je zou ook wat onnodige gebouwen kunnen afbreken; breek maar af wat niet nodig is. De “zin” van het bestaan is het “eind” van het bestaan en alles wat daaroverheen gaat irriteert.
Voorbeeld Amsterdam
De topdown denkers willen altijd maar meer meer meer, en bottom up denkers zijn van het minder is meer principe. Zo viel mij gisteren iets op bij een uitje naar het Waterland, dat is een gebied boven Amsterdam. Het bestaat uit fantastisch mooie plaatsjes zoals Broek in Waterland, Zuiderwoude, Ransdorp, Durgerdam, en ook het eiland Marken ligt daar in de buurt. Dit zijn plaatsen met leuke huisjes, ze zijn ook vrij klein, het landschap is er erg mooi, je vindt er weilanden, slootjes, koeien, schapen. Ik las dat in het verleden veel “hoogheden” in dit gebied op bezoek waren gekomen ten noorden van Amsterdam: keizer Frans Josef II van Oostenrijk, Peter de Grote, Napoleon, iedereen was helemaal lyrisch ervan. Ik vind het zelf ook fantastisch, zo zouden mensen eigenlijk moeten leven. Maar dat gaat niet, want mensen zijn van het topdown denken; deze plaatsen zijn nog vrij ongeschonden, maar iets ten zuiden ervan heb je Amsterdam, en dan kom je in het moderne leven en dan krijg je me een boel zooi.
Je kan zo rijden via een weggetje van Marken naar Uitdam, en dan via Ransdorp Amsterdam-Noord in, en dan kom je ineens van mooie plaatsjes in een of andere groezelige buitenwijk met allemaal saaie flats en appartementen. Ook de bevolkingssamenstelling is anders, hier is niet de meerderheid Nederlands maar het zijn buitenlanders. Als je verder rijdt dan kan je via de IJ tunnel Amsterdam binnenrijden. Als je kijkt op oude kaarten van Amsterdam, dan zat dat er ook best idyllisch uit, de stad was relatief klein, en je kon zien vooral aan de buitenwijken, dat het eigenlijk net zo’n waterland was als het echte Waterland; de wijken waren gebouwd volgens riviertjes en sloten. Ook kon je een mooie overgang zien van stad naar platteland; het was niet gescheiden zoals nu, met een ringweg/snelweg eromheen als een grote stadsmuur, en allerlei lelijke buitenwijken; bovendien was er geen onderscheid tussen bevolking van de stad en die van het platteland. Je kan kijken op kaarten van Amsterdam van begin twintigste eeuw, dan kan je dat zien.
Als ik een politieke partij zou oprichten, dan zou ik zeggen: breek de buitenwijken maar weer af; breng het platteland erin terug. Je krijgt dan meer harmonie platteland en stad in ruimtelijke zin; en de import bevolking kan terug naar eigen land, zodat bij ons ook meer harmonie ontstaat qua bevolking tussen stad en platteland. Ik zou ook in de binnenstad de koffieshops en sexshops sluiten, want dan trekt een vervelend soort “toeristen” aan; zo maak je dat ook beter.
Ik zou ook de ringweg afbreken en een boel kantoortorens. Overal waren de overgangen vroeger harmonieuzer; ook die tussen de stad en de rivier het IJ; nu staat er een hele reeks kantoorgebouwen als obstakels tussen de stad en de rivier, destijds alleen maar het treinstation. Ze hebben tegenwoordig allemaal barrieres in de stad gebouwd. Dat geldt ook voor de ringweg, ik zou stimuleren dat mensen meer met de tram en trein gaan, en je kan veel oude trambanen herstellen. Zo kon je met de tram naar Broek in Waterland, maar waarom is dat opgeheven? Ook de luchthaven Schiphol, Amsterdam Airport, is op deze oude kaart nog een geciviliseerd iets; niet die gigantische chaos die het tegenwoordig is. Op de kaart is het nog een gewoon veld, zoals weilanden, maar dan niet voor koeien maar voor vliegtuigen, veel leuker.
Voorbeeld: Republiek der Nederlanden
De bottom up denkers zijn ook op ander niveau “schaalverkleiners”. Zo bestaat Nederland uit een boel kleine provincies; dat vinden zij veel te veel geprielig, typisch voor topdown denkers door zo moeilijk te doen, om een provincie als Holland te verdelen in Noord-Holland en Zuid-Holland, daar maken we gewoon Holland van. Ook provincies als Noord-Brabant, Antwerpen en Brabant in Belgie kan je samenvoegen tot weer opnieuw “de” provincie Brabant, en ook West- en Oost-Vlaanderen kan je gewoon weer Vlaanderen van maken.
Op deze manier krijg je minder binnengrenzen. Mensen van topdown kader zijn van meer meer meer, dus die zullen meer binnengrenzen willen, waarmee je de provincies klein maakt en je snijdt zo de band tussen hun historie doormidden. Als je bottom up denkt, dan zijn de provincies zoals ze zijn; bovendien zijn het mooie eenheden; bottom up denkers zijn meer van eenheid.
Je kan zelfs nog meer eenheid toevoegen. Je kan ook buitenlandse gewesten toevoegen, wat te denken van de Transvaal, toch ook ooit een mooi stukje “Nederlands” erfgoed? Wat je ziet bij de bottom up denkers is dat je dus allerlei dingen aan het afbreken bent: kantoorgebouwen, snelwegen, grenzen, waarvan binnengrenzen, buitengrenzen. Maar je kan er hierdoor een mooier land van maken; je hoeft niet altijd maar meer meer meer, maar minder kan ook meer zijn.
Voorbeeld: landsbestuur
Je zou ook de bestuursvorm van het land kunnen veranderen. Misschien niet direct het politieke systeem, maar je zou bijvoorbeeld in de grondwet kunnen inbouwen, dat het parlement maar uit een kamer bestaat, dat is al een vereenvoudiging. En dat ze alleen regeringsvoorstellen kunnen wegstemmen, en dan nog alleen met een gekwalificeerde meerderheid; bijvoorbeeld 66,6%.
Dit idee heb ik van iemand van Twitter (@JohanRuiterRui1. Deze jongen is een verstokte katholiek en daar lopen wij in mening uiteen; maar dit idee van een gekwalificeerde meerderheid lijkt mij super. Zo voorkom je versnipperdheid in het landsbestuur, zonder dat je ingewikkeld hoeft te doen door het democratisch principe te vervangen door iets anders.
Voorbeeld buitenland beleid
Je kan ook meer eenheid creeren in het buitenlandbeleid. Een van de bijzondere dingen vind ik het beleid ten aanzien van Israel. Dit land of de Joden in meer algemene zin wordt vaak bekritiseerd: ze gedragen zich te arrogant. Ik beschouw ze min of meer als het “autistische neefje” onder de naties: ze zijn vrij intelligent, brachten veel Nobelprijswinnaars voort, maar ook schrijvers en zo; maar zijn sociaal ook wat apart, denken dat ze uitverkoren zijn, denken soms dat ze van niets of niemand iets aan hoeven te trekken, en de orthodoxe Joden dragen soort van autistische “vogelverschrikkerskleding”. Maar, schreef ik, ze zijn cultureel aan ons verbonden dus ook wel ons autistische neefje, wat je van veel andere volkeren niet kan zeggen. Daarom zou ik pleiten voor bijzondere protectie van Israel. Andere volkeren gaan ook hun autistische levensstijl copy-pasten, zoals Iran of de Arabische landen; maar zij kunnen dat niet en de Islam wordt dan ook een rare bootleg variant van het Jodendom; je kan beter de Joden de Joden laten en doen jullie nu ook maar gewoon gewoon.
Voorbeeld Dostoyevski
Dit zijn domme mensen. Ze ratelen, dit zijn mensen van de middenklasse. Over de vraag: mag je zomaar een oude vrouw met een mes in de rug steken, zegt hij niet gewoon eenvoudig ‘nee’; maar hij gaat zeshonderd pagina’s ingewikkelde abstracte theorieen poneren. Deze middengroep doet graag moeilijk.
In een meer perfecte samenleving zou je niet zoveel moeten luisteren naar dit soort klunzen. Je zou je kunnen voorstellen dat je dit soort theorieen verhuist naar het “Neanderthalermuseum”
Voorbeeld RKK
De katholieke kerk wordt aangevoerd door een paus. Hij ziet er een beetje uit als een pooier met zijn zalvende glimlach, waarachter hij weinig herseninhoud verschuilt. Van zo’n instituut word je dus niet wijzer.
Ik zou mij kunnen voorstellen dat je de kerken houdt maar dan als plaatsen van ontmoeting en bezinning, waar je rust kan vinden, maar niet voor het vinden van wijsheid
4.2 Natuurfenomenen
Je kan zo een boel dingen doen, door niet altijd maar te bouwen bouwen bouwen, maar soms moet je ook wat weghalen, een beetje snoeien. Je kan ook in een tuin niet alle struiken zomaar laten groeien, je moet het een beetje bijhouden, en hetzelfde geldt mijns inziens voor snelwegen en flats. Het betekent een vereenvoudiging; de dingen worden meer down to earth; allerlei extra “overhead” wordt weggehaald.
Dat zou mooi zijn, dan kan je de maatschappij maken zoals hij is bedoeld. Maar misschien gaat zoiets nooit lukken. Ik dacht ooit: laat dan de maatschappij maar kapot gaan. Dat kan ook, dat kan ook gebeuren, ook al verwacht je het niet en ook al wil je aan dit soort dingen niet denken.
Misschien denk je ook: wat is dat uberhaupt voor een rare gedachte, dat de werkelijkheid weer in elkaar stort. Maar dat kan natuurlijk wel, we leven in een werkelijkheid, die is ook maar plotseling ontstaan, zomaar uit het niets, dus kan het ook weer zomaar in het niets verdwijnen.
Ik had daar een paar jaar geleden al wat gedachtes over gemaakt, maar ook weer van internet gehaald; ik had eigenlijk geen zin om het te plaatsen. Het gaat namelijk over kosmologie en dat is een heel ingewikkeld onderwerp, daar weet je toch helemaal niets vanaf!? Maar als ik zie in wat voor onzin mensen geloven, en hoe eenvoudig hun voorstellingen van de werkelijkheid, zet ik het toch maar weer terug.
Dus ga ik toch maar gewoon weer wat schrijven. Misschien eerst over kansverhoudingen, misschien moet ik eerst nog even het idee gebruiken van kansbepalingen, van kansverhoudingen, en hoe dat bepaalt hoe onze werkelijkheid in elkaar zit. Ik schreef hierboven in hoofdstuk drie dat het niet zo hoeft te zijn dat het universum is gemaakt door geestelijke macht, en evenmin door wereldlijke macht; dat zijn topdown benaderingen van de werkelijkheid: er komt een of andere macht, een of andere grootmacht, en die bepaalt alles, dus ook het bestaan van alles. Maar de werkelijkheid kan ook zijn ontstaan van beneden. Dan kijk je anders tegen deze kwestie aan, dus met een bottom up benadering. Dan spreek je misschien niet over het ontstaan van de werkelijkheid door een wereldlijke macht, of door een geestelijke macht, door grootmachten dus, van welke orde en grootte dan ook, maar misschien door kansbepalingen, door “aanmerkelijke kans” dat het zomaar kan ontstaan. Als je bijvoorbeeld mensen hebt aan rechterkant Passiva en natuur linkerkant Activa; misschien heb je dan ook de aanmerkelijke kans dat als aan de Passiva kant een bijzonder iemand kan bestaan, dat ook de wereld kan ontstaan. En misschien kan ook het omgekeerde plaatsvinden: als de mensen hem laten vallen, dat de wereld ook weer kan vergaan.
Ik had ooit bedacht: dat kan een beetje het scenario zijn van een lek in een luchtband. Er valt iemand weg uit de werkelijkheid; de post vreemd vermogen komt op nul; de post immateriele activa springt ook op nul en dat is een gat in de werkelijkheid en dan kaboem.
Statistiek
Je zou je kunnen afvragen: waarom is er niet een statische situatie waarbij aan de ene kant, de Activa kant alles op nul staat; en aan de Passiva kant ook nul; een statische situatie waarin er helemaal niets bestaat.
Daarvoor zou je een rekensommetje kunnen maken. Stel je voor dat je tien mensen hebt en die zijn bouwlieden, ze bouwen huizen. Dan krijg je op de balans aan de Passiva kant tien mensen, en aan de Activa kant tien huizen; balans mooi in evenwicht; onderaan de streep staat links en rechts tien.
Maar hieronder liggen ook kansverhoudingen; dan moet je gaan rekenen met percentages. Bijvoorbeeld 10% kans op het bestaan van huizenbouwers aan Passiva kant, dan ook 10% kans op het ontstaan van huizen aan Activa kant.
Significant
Nu komt er iets ingewikkelds. Passiva en Activa zijn niet per se hetzelfde: je kan niet zomaar zeggen tien bouwlieden rechts dus tien huizen links; dat is te eenvoudig, dat heb ik alleen maar even voor het gemak zo gezegd. Het kan ook zijn dat je twintig bouwlieden nodig hebt voor tien huizen; of omgekeerd, misschien bouwen de tien bouwlieden wel honderd huizen. Nog anders, wie zorgt ervoor dat uberhaupt de cement en stenen worden aangeleverd, ja, dat die dingen uberhaupt bestaan? Iemand aan de Passiva kant mensen moet daarvoor verantwoordelijk zijn, want er moet een verband bestaan tussen Passiva kant mensen en Activa kant natuur.
Je kan dat ook meer rekenkundig voorstellen: de vraag is bij wat aan de Passiva kant, de waarde aan de Activa kant boven de 0% uitkomt zodat er meer is dan niets. Daar heb ik geen idee van. Maar je kan er wel mogelijke verklaringen voor maken, je kan er een beetje naar raden.
Een voorbeeld: situatie 1
Ik heb een mogelijke verklaring in de factor waarnemingsvermogen. Als er namelijk iets is wat bijzonder is aan mensen is de factor waarnemingsvermogen: mensen kunnen informatie verwerken uit hun omgeving, waarnemingen doen. Mijn waarnemingsvermogen is in WAIS gemeten op 98 a 99,6% (universiteit van Nijmegen, 2023). Daarvan zou je kunnen zeggen: who cares. Maar ik vind dit soort dingen interessant. Ik vond het interessant dat die laatste waarde boven de 99% uitkomt. Je zou kunnen zeggen dat de waarde van 99,6% de weerspiegeling is van “foutmarge”; jouw theorieen zijn gebaseerd op zulke scherpe waarnemingen, dat de foutmarge slechts 100 - 99,6 = 0,4% is
Je kan zeggen: dat betekent niets! Maar je kan ook zeggen, zoals dat in de statistiek wordt uitgedrukt: een foutmarge aan de Passiva kant van 0,4% betekent dat de kans dat het bestaan aan de Activa kant verworpen wordt, ook 0,4% is: dus bestaat de wereld
Een voorbeeld; situatie 2
Als de wereld bestaat, dan bestaat deze inclusief al het kwaad. Dat is wel een beetje vervelend, zacht uitgedrukt: er zijn ook op dit moment die lijden, en ook dieren moeten lijden, arme beestjes.
De vraag is of het dan wel acceptabel is dat deze wereld bestaat. Je zou kunnen zeggen van wel: het lijden is collateral damage. Maar dat hoef je natuurlijk niet te vinden. Wanneer jij dat een onacceptabel groot risico vindt, want dit betekent dat er een wereld ontstaat met een boel ellende, dan zou je bijvoorbeeld je waarnemingsvermogen nog wat moeten opschroeven; je foutmarge wordt dan kleiner, en dus wordt ook de kans op bestaan van de wereld kleiner; dus jouw theorie nog kunnen verbeteren, kijken of je de fouten eruit kan filteren; om op 0% foutmarge uit te komen, zodat wat ze in de statistiek “significatierisico” noemen, zodat dit significatierisico aan de Activa kant ook daalt naar 0%.
Ontstaan van het universum
Misschien dat je zegt: ho ho ho, dit zijn twee compleet verschillende “datasets”: “waarnemingsvermogen” aan de kant van mensen; en “ontstaansrisico” aan de kant van de natuur; je kan niet zomaar zeggen dat als de foutmarge bij het waarnemingsvermogen aan de kant van mensen 0,4% is, dat dan het ontstaansrisico aan de kant van de natuur ook 0,4%, als dat onvergelijkbare grootheden zijn. Het is misschien wel grappig als puzzeltje, maar je kan niet zomaar het een in verband brengen met het ander.
Zeker als je ondertussen zelf onderzoek doet naar het ontstaan van het universum, en op heel andere dingen stuit, misschien kom je dan met heel andere conclusies. Misschien dat als je wetenschappelijk geinteresseerd bent, dat je gaat studeren op het ontstaan van het universum op Wikipedia, en dan heel andere din; en dan zou je je kunnen afvragen: zaken als “tijd”, en “energie”; dat zijn heel andere grootheden dan “waarnemingsvermogen” of “ontstaansriciso”. Als je op Wikipedia kijkt of op andere sites, dan lees je niets over “waarnemingsvermogen” of over “ontstaansrisico”. Als je kijkt naar bijvoorbeeld de pagina op Wikipedia over de parameters van de Big Bang, en je leest wat er zo’n beetje was bij de eerste momenten van de Big Bang, dan zie je een tabel met twee kolommen en in de eerste kolom staat “tijd” en in de tweede kolom staat “energie”.
https://en.wikipedia.org/wiki/Chronology_of_the_universe
Dit zijn heel andere begrippen. Toch lijkt het wel een beetje hetzelfde. Je kan zeggen dat het hier gaat om de Activa kant van het bestaan, met dingen als tijd en energie. Maar je kan tijd ook anders noemen, je kan tijd bijvoorbeeld zien als “foutmarge”; en dan gaat het ineens om hetzelfde als waar ik naar op zoek ben. Je kan zeggen dat aan het begin van het ontstaan van het universum die tijdsmarge nog klein is, en als het oneindig klein is, bestaat er dan ook niets. Maar als de tijdseenheden groter worden, als de foutmarge groter wordt, dan begint er al van alles te ontstaan.
Ook interessant: je ziet een enorm klein tijdssegment; en een enorme energie-explosie. Dus iets kleins kan grote gevolgen hebben. Dat zou je misschien ook door kunnen trekken. Stel je voor, jouw foutmarge daalt naar 0%. Je verwerpt dus de wereld, dus de wereld gaat verdwijnen, want het ontstaansrisico daar komt ook op 0%. Maar je kan daar dan om gaan lachen: die gast kan de wereld wel verwerpen, maar er gebeurt natuurlijk niets! Het is gewoon maar iemand die op een computer zit te typen en hij kan typen wat hij wil er gebeurt helemaal niets; alles in de wereld gaat gewoon voort en je verandert er helemaal niets aan; elke morgen sta je weer op in dezelfde wereld die nog steeds bestaat met alles erop en eraan. Maar zoals je net kon zien, kunnen kleine dingen wel grote gevolgen hebben. Misschien niet door het typen, ik kan inderdaad teksten typen en daar gebeurt niets door; maar al dit schrijfwerk kost wel energie; het is allemaal negatieve energie. Dit is energie verbruik aan Passiva kant. Maar dit kan significant invloed hebben op hoe energie is aan de Activa kant. Het energie aan de Activa kant kan zich mogelijk heel snel organiseren en dat dan de Activa kant zich kan vernietigen; denk aan het scenario van een “lek in een luchtband”; als de waarde van iets bij een maximumwaarde komt, dan kan het gewoon kapotknappen. Tenzij jij de wereld niet verwerpt. Meer rekenkundig: wanneer uit een toets van de wereld, hoe de verhoudingen van de wereld zijn, een Passiva waarde, een P waarde van 0% uitkomt, dan is het ontstaansrisico van de wereld ook 0%; maar als het in de wereld wat leuker zou zijn, dan heb je misschien niet zo’n neiging de wereld te verwerpen. Dan kan je misschien wat meer fouten toelaten; dan maak je zelf de foutmarge wat groter; dan is de P waarde bijvoorbeeld 3% en dan is het ontstaansrisico ook 3%. De margin of error, de foutmarge, aan de Passiva kant is in deze zin niet alleen de mate waarin er fouten in jouw theorie zitten, maar ook de mate waarin je fouten kan toelaten. Maar als de vervelende etterbakken van mensen streven naar perfectie, dan streef ik ook naar perfectie: laat ze dan maar perfectie proberen te bereiken, dan probeer ik dat ook en de foutmarge zo klein mogelijk te maken zodat het ontstaansrisico ook zo klein mogelijk is en ik de volgende ochtend niet meer wakker wordt in een wereld die nooit heeft bestaan.