Demonen

Ik was eigenlijk niet van plan iets te schrijven dit weekend, maar ik kwam op een idee gisteren na beetje TV kijken. Het was een wat grappig programma op ID TV “My house is haunted”. Typisch Brits, gaan ze naar iemands huis kijken of het er spookt. Natuurlijk vond de crew in ongeveer elke kamer en trapkast een spook maar die werden bevrijd uit hun “gevangenschap” in het huis en mochten door naar de “andere zijde”; “door het licht”. Ik zeg “typisch Brits”, want die houden van dit soort dingen, Harry Potter, Halloween, Ghost Busters, Sleepy Hollow, allemaal van dit soort zaken, misschien een restant van de Keltische cultuur, want die geloofden ook in geesten. Dat is ook de hele strekking van Halloween, dat was het Keltische nieuwjaar, en dan geloofden ze dat de grens tussen het wereldse en het geestenrijk het dunst was, dus dan konden geesten heen en weer bij ons komen.

Nu is dat misschien allemaal een beetje “kitsch” en de serie op ID TV leek mij zwaar getruct, maar op zich is het idee van demonen en negatieve energie helemaal niet zo gek. Ik heb het zelf kunnen aanschouwen, en daarvoor hoef je helemaal niet met dure apparatuur in een huis rond te lopen. Je hoeft er ook niet het woord “demonen” voor te gebruiken, je kan ook modernere termen gebruiken, zoals “NPC’s”, dat is een afkorting voor Non-Player characters; mensen die leven als een robot.

https://en.wikipedia.org/wiki/NPC_(meme)



Peuterspeelzaal voorbeeld

Een opvallend voorbeeld vond ik de peuterspeelzaal, toen ik daar als driejarige kwam. Let op dat ik met een bepaalde “postitieve houding” aan kom, en dat kan ertoe leiden dat jij “negatieve energie” opwekt bij een ander.

Het is best wel spannend voor een kind, zo’n eerste dag peuterspeelzaal. Maar je gaat uit van het positieve en ik zag daar bij binnenkomst allemaal cool speelgoed, onder meer een trapauto, wow, dat leek mij gaaf. Maar er kwam een juf op mij af, en die zei: kom jij ook in de kring zitten? Ik had meer zin in de trapauto. Maar hoe los je dit op? Je kan niet tegen haar ingaan, want dan reageren zij nog harder. Maar als je ergens niet overheen kunt, dan maar er onderdoor. Dat kan door een eenvoudige vraag, ik vroeg haar: waarom. Wat opvalt is dat ze daardoor verharden. Daarop zei de juf: dat doen wij altijd zo. Maar dan kaats ik die bal gewoon terug, want daarop dacht ik: maar dat was de vraag niet, ik vroeg niet hoe vaak jullie het doen, maar waarom

Dus ik ging er vandoor: krijg ik geen antwoord op de vraag, krijg jij geen kind in de kring. Ik ging rijden met de trapauto en een pluchen hondje. De juf vond het zo grappig, dat ze een fotocamera heeft gepakt, en een foto gemaakt, die zij aan mijn moeder heeft gegeven.



De strategie

Misschien denk je: demonen, demonen, ho ho ho. Maar voor mij voelde het als een “muur van negatieve energie”, die peuterjuf. Daar kan ik natuurlijk nooit overheen, zij is een autoriteit. Dus als zij zegt: kom je ook in de kring zitten? Dan moet jij niet zeggen: daar heb ik geen zin in! Nee! Of dat soort zaken, want dan lok je een conflict uit en dat wint zijn. Maar ik loop daar “onderdoor” met dat “waarom”; dat zijn simpele vragen waarmee je het “kwaad” kan uitschakelen. En hoe kan dat: omdat het kwaad kwaad is in het kwadraat, het is namelijk niet alleen slecht gedrag, maar ook domheid en traagheid. Als je het kwaad tegenkomt, moet je vooral vriendelijk blijven; daarmee kan je laten zien dat slecht gedrag geen effect op jou heeft; vervolgens snel een vraag stellen, en liefst een ingewikkelde vraag waarover iemand moet nadenken: kunnen ze niet, snel nadenken, lopen ze vast, en loop jij door.

Daardoor kan je ze uitschakelen, maar ook een stukje “helen”. Dat het “kwaad”, zij het in dit voorbeeld in het klein, is uitgeschakeld kan je zien aan twee dingen. Alleerst is het te zien aan mijn kant: ik kan lekker spelen met trapauto en hondje, tenminste even rustig rondkijken in een nieuwe omgeving, om te wennen. Maar het was ook uitgeschakeld aan haar kant, want ineens veranderde ze van een strenge juf in een vlotte dame die lachte en foto ging maken. Er is ook een schematische weergave van:

🟡 geduld eerst eens even rustig kijken wat hier allemaal voor speelgoed is;

🟢 goedheid de juf wil je in de kring hebben; maar waarom

—————————————

🔵 waarheid dat doen wij altijd zo! maar dat was mijn vraag niet, krijg ik daarop nog antwoord? nee?

🔴 schoonheid dan loop je rustig weg, stik er maar in; waarop zij naar haar fotocamera rent



Kleuterschool

Misschien denk je: jij zet het wel zwaar aan zeg, dat is alleen maar een peuterjuf. Maar er komen nog veel zwaardere gevallen aan, wacht maar af. Eerst nog een andere juf, de kleuterjuf. Nu zit je op school. Dat is om te leren.

Mensen denken: leren is moeilijk. Als je zo denkt, dan is het ook moeilijk. Maar dat is de “demon” in je hoofd die dat zegt. Ik heb een positieve levenshouding, dus ik dacht: lezen kan je leren, en dus kon ik al lezen op de kleuterschool, dat kan je jezelf thuis leren. Als je alleen al je eigen naam leert schrijven: wie wil dat nu niet. Dus begin daarmee, en dan ken je al een reeks letters. Als je dan ook nog je achternaam leert schrijven, dan heb je al een groot deel van het alfabet klaar: alleen maar met jouw naam! Als je een kind dan nog de naam van bijvoorbeeld haar favoriete huisdier leert schrijven, dan zit je misschien al op de helft van het alfabet. En “waarom dan niet gelijk maar de rest”. Op die manier kan je in laten we zeggen zes weken leren lezen, in plaats van in zes jaar.

Mijn moeder had bedacht: leuk als je het laat zien, kan je in de klas een verhaaltje voorlezen? Dat leek mij ook. Maar dan komt de negatieve muur weer. De juf wilde dat echter niet: kleuters kunnen niet lezen, basta.

Dat vond ik vervelend, dus we drongen aan en toen mocht het toch. Ik las de eerste pagina, en keek naar de juf. Maar hier zie je echt demonische trekken ontstaan. Ze zei: dat is knap, dat heeft je moeder zeker vaak voorgelezen, dat je het “uit het hoofd” kent. Zij geloofde mij dus niet.

Dat kan, maar deze reactie was zo negatief, zo streng, zo stekelig, dat ervaarde ik als haast demonisch. Dan moet je weer heel snel handelen, en snel iets intelligents bedenken, om deze kwade kracht te overmeesteren. Je kan er weer niet “overheen”, want de kleuterjuf is een autoriteit en jij bent een klein kind. Dus je moet niet zeggen: “jawel hoor, ik heb het echt gelezen hoor!!” Dan lok je een conflict uit en dat wint zij. Zij gaat zich dan alleen maar meer verharden; ze gaat daardoor vast niet denken dat jij wel kan lezen; bovendien gaat ze dan vast denken: het is niet alleen een leugenaar, die net doet alsof hij kan lezen, terwijl hij dat helemaal niet kan; maar het is ook nog een kind die mijn autoriteit tart, dus ik zal hem wel eens extra hard aanpakken voortaan.

Je kan er dus niet overheen. Dus moet je er “onderdoor”: vriendelijk blijven, en snel een slimme vraag te stellen. Dus ik bleef rustig, en vroeg: vind u het goed, dat ik ook de laatste pagina lees? Daarop gaf ze geen antwoord, ze was verbouwereerd. Ik las toen de laatste pagina. Op dat moment was er iets heel vreemds: ze keek ontzettend “vals” naar mij, ontzettend zuur, en hier vind ik het woord “demonisch” wel op zijn plaats: het was een demonische blik die ze op mij afvuurde.

Ik dacht op dat moment: ik ga maar weer zitten, hier valt niets tegenin te brengen. Dus ik dacht dat ik verslagen was. Maar achteraf bleek dat ik had gewonnen: de demon in haar had zich laten zien, maar was daardoor ook verslagen. Ik hoorde namelijk achteraf dat de juf naar mijn moeder was gegaan, en had gevraagd: weet je dat Maurice kan lezennnnnnn??????? Dat vergelijk ik een beetje met het “fotomoment” van de peuterjuf; die was ineens ook omgeslagen als een blad aan een boom.



Demonische machten; incident auto vader

Ik moet zeggen dat ik niet altijd weet in welk “spel” ik in deze realiteit terecht ben gekomen. Soms heb ik het idee dat er een gigantische “negatieve kracht” werkzaam is, die mij eronder probeert te krijgen: vervelend optimisch, positief kind, we zullen hem er wel even onder krijgen.

Als ik kijk naar de “strijd” in de kleuterschool, dan ging het eerst met woorden: ik ga een pagina voorlezen, en dan gaat de juf een gemene uitspraak doen “heeft je moeder zeker veel voorgelezen”. Dan gaat het met “blikken”: ik laat je wel even “zien” dat ik het wel kan door nog een pagina voor te lezen, en dan krijg ik een zure blik voor terug. En als derde met weglopen; dat lijkt zwak, maar eigenlijk een vorm van op tijd weglopen, want ik heb toch al gewonnen, en stik jij maar in je zuurheid.

🟡 geduld geduldig aanhouden tot je een keer het boek mag voorlezen

🟢 goedheid dan lees je de eerste pagina; krijg je stekelige reactie voor terug

————————————

🔵 waarheid dan lees je de laatste pagina; krijg je zure blik voor terug (maar argumenten heeft ze niet meer)

🔴 schoonheid dan loop je rustig weg, stik er maar in; waarop zij naar de moeder rent: weet je dat hij kan lezen!!

Ik moet zeggen, als ik dit zo analyseer, dat ik wel even in de lach schoot. Maar het is ook wel goed om te weten dat het zo werkt, want er kwamen nog veel moeilijkere episodes aan, en dan gaat het bijvoorbeeld ook over heel enge dingen als mijn eerste ervaring van de dood; dat is nog wel wat anders dan een eerste dag op de peuterspeelzaak. Dan gaan het harder. Dat kan je zien bij het volgende incident, op de dag dat mijn vader overleed. Dat kan je lezen als een toevallige opeenvolging van willekeurige gebeurtenissen, maar ook als “een aanval” om het optimische kind uit het bestaan te knikkeren, waaruit een enorme strijd ontstaat.

Destijds was ik vijf. Het was zaterdagmiddag. Mijn vader wilde nog snel even naar de winkel: doosje sigaren halen bij de tabakszaak aan de Terborgseweg in Doetinchem. Het was 15.45 uur, en om 16.00 uur zou die winkel sluiten. Maar hij had ineens het idee dat hij er nog naartoe moest. Ik moet zeggen: hij zag er niet “fris” uit, hij keek verwilderd uit zijn ogen. Je zou kunnen zeggen: een demon heeft hem te grazen.

Ik vond het altijd leuk met mijn vader mee te rijden in de auto, trapauto’s, gewone auto’s, alles is leuk aan auto’s. Hij zei: nee, deze keer niet.

Hier heb je weer hetzelfde probleem als met de juffen op school: hij is natuurlijk een autoriteit. Dus ik kan er niet “overheen”, maar moet er “onderdoor”, dus ik doe een charme offensief waarvoor ik mijn moeder inzette: vriendelijk blijven, en intelligente vraag stellen: waarom mag dat niet, mama? Dus zij kijkt naar mijn vader: waarom zou dat niet mogen? Daar wist hij ze natuurlijk geen antwoord op, dus ik mocht toch mee.




We gingen toen rijden, en AUB niet schrikken wat ik nu zeg, maar al rijdend stierf mijn vader, net in de bocht van de Zuivelweg - Van Hogendorplaan, in Doetinchem.






Als je de zaken leest als een willekeurige serie van gebeurtenissen, dan kan je zeggen: zo gaan die dingen soms. Kijk maar op NOS Teletekst pagina 101 wat er nu allemaal weer is gebeurd. Maar als je dit leest als een strijd met demonische machten, dan leest het zo: de demonische macht heeft inmiddels in de gaten dat dit kind een positieve levenshouding heeft. Het kind tart autoriteit van peuterjuf en kleuterjuf, blijft vriendelijk, stelt vriendelijke vragen, en doorbreekt het kwade. Daar houden wij demonen niet van, daar gaan wij wel even iets aan doen!

Als je het zo leest, dan kan je ook denken: de demonische macht zal hem wel even anders leren denken, in lijn met hoe het hoort. We plukken zijn vader van de bank, op zaterdagmiddag, net als zijn moeder in de keuken de voorbereidingen is gaan treffen voor het avondeten. We knikkeren zijn vader vervolgens uit het bestaan, die komt niet meer terug, en we dompelen die twee in eeuwige rouw: opgelost.

Maar nu is er iets vervelends: het kind zit ook in de auto, dat was niet de bedoeling. De bedoeling was dat het kind niet zou meegaan, dat hadden wij zijn vader laten zeggen; maar dat vervelende ettertje heeft ons overbluft. Maar weet je wat: dan gaan wij dit spel ook een tandje harder spelen, dan knikkeren we ze gewoon allebei uit het bestaan. We wachten even tot zijn vader bij de bocht is, en laten die vader dan het beste overlijden midden in de bocht, dan vliegen ze eruit en knallen tegen het huis aan de overkant: opgelost.

Dan word je wel even flink “getest” moet ik zeggen. Echter, je hebt inmiddels al wel enige ervaringen van het leven, en je weet dat dit altijd werkt: blijf rustig, blijf vriendelijk, en gebruik je goede verstand.

Dus het ging zo: mijn vader reed, ik was wat aan het babbelen, misschien ook wel geenthousiasmeerd dat er eindelijk wat gebeurde op deze toch wat saaie zaterdagmiddag. Maar mijn vader stopte met vragen beantwoorden; hij gaf geen antwoord op wat ik zei. Als ik dan zeg: hey ouwe, geef eens netjes antwoord, wat is dit voor flauwekul!? Dan werkt dat niet. Je kan ook in paniek vliegen, zo van: wat moet ik doen, wat moet ik doen, maar dat werkt ook niet: jij zit achterin een rijdende auto, als kind, wat zou je doen? Maar je kan altijd nog blijven denken. Dus ik dacht: hm, hij is gestopt met reageren, hij is gestopt met vragen beantwoorden, hij lijkt wel dood. Maar wie weet, misschien heeft hij alleen een slecht humeur, hij keek net ook al zo boos, dus laten we gewoon maar daar vanuit gaan, we gaan uit van het beste en we zien wel. Dit is een antwoord in de trant: ach waarom ook uitgaan van het slechtste. Met als gevolg: de auto reed netjes door de bocht, en verder de Van Hogendorplaan op.

Als jij uitgaat van een willekeurige serie gebeurtenissen, dan kan dat niet; ook met een beetje optimisch denken, kan je geen auto’s door bochten manouvreren. Maar als je uitgaat van het scenario van een strijd met demonische machten, dan wel, die macht wilde de auto laten crashen op die plaats, maar jij breekt de macht, dus dat feest gaat niet door.


Hetzelfde gebeurde aan het einde van de Van Hogendorplaan. Die eindigt in een voorrangsweg, de Kennedylaan, en het was zaterdagmiddag dus die weg is druk. Dat wordt dan zeker de volgende crashsite. Als je niet eerst aan het begin van de straat uit de bocht bent gevlogen, dan wel aan het eind van de straat.




Dan moet je weer heel snel iets bedenken. Ook hier geldt: blijf rustig, en bedenk snel een slim iets. Ik dacht: nou ja, ik ben er nog steeds niet over uit of mijn vader nog leeft of niet, het lijkt dat hij dood is, want net bij het kruispunt Van Hogendorplaan-Heemskerklaan wat wij net passeerden keek hij niet links of rechts. Maar anderzijds rijdt de auto wel kaarsrecht langs de weg. Maar weet je, ik hoef mij eigenlijk over de vraag of hij nog leeft of niet, geen drukte te maken, want of hij is nu dood, of hij gaat zodadelijk op die Kennedylaan toch wel dood.

Als gevolg hiervan draaide de auto zich direct om, en stopte op een parkeerplaats. Dat was verbazend. Nu gebeurde er iets heel bijzonders. Herinnert u zich dat ik schreef dat de kleuterjuf een “demonische blik” in haar ogen keek, nadat ik de laatste pagina van het boek had gelezen. Daar kwam echt de “demon” eruit

Er was nog iets geks. Op die parkeerplaats kreeg ik een soort visioen, dat er een man stond midden op de weg. Het was een soort “Godfather” achtige figuur. Hij stond een beetje naar ons te loeren.

Nogmaals, als je dit verhaal leest als een willekeurige serie gebeurtenissen, dan kan je zeggen: een hallucinatie. Dit kind maakt ineens zoiets verschrikkelijks mee, zijn hersenen slaan op tilt. Als je dit verhaal leest als strijd tegen een demonische macht, dan is het zoals bij de kleuterjuf: bij de eerste bocht in de Van Hogendorplaan heb ik de eerste pagina van het boek gelezen, juf boos, bij het einde van de Van Hogenlaan heb ik de laatste pagina van het boek gelezen, juf nog bozer, en dan komt de demon eruit; hier zelfs letterlijk: een maffia figuur die voor jou staat.

Het vervolg is zelfs identitiek aan wat ik deed op school: ik ga gewoon weg en ga weer op mijn plaats zitten. Dat deed ik hier ook, ik zei tegen de man: zeg het is mijn tijd nog niet! Met andere woorden: als jij mij te grazen wilt nemen, net als mijn vader zonet, dan vergis je je, want ik ben nog maar een kind, en dat mag niet. Daarop ging de verschijning weg; verslagen, vermoed ik.


Voorbeeld recente tijd; boeken lezen

Dit zijn voorbeelden van vroeger. In zekere zin zit er een bepaalde opbouw in, en het komt ook terug. Het kwam terug in de recente tijd. Zo ging ik vanaf 2018 weer meer lezen. Maar de meeste boeken bevielen mij niet: het lijkt wel alsof mensen betoverd zijn door een of andere demonische macht.

Ik begon met Oorlog en Vrede van Tolstoy, dat is een beroemd boek. In dat boek gaat prins Nikolay een lief meisje Sonya treiteren. Hij maakt haar eerst verliefd, dumpt haar dan, maakt haar weer verliefd, dumpt haar weer. Dan gaat hij trouwen met een rivale, en Sonya moet de kinderjuf, de gouvernante, worden van hun kinderen. Dat noem ik een vernederende positie, maar Tolstoy noemt dat goed, want “Sonya is toch een sukkel”.

Als ik dit zo allemaal bij elkaar lees, dan denk ik: hoeiiiiiiiii, die staat zwaar onder een of andere zwarte energie of wat het ook mag zijn, want wat is dit verschrikkelijk negatief. Ik vond dit ook in andere boeken. Als je leest wat hij in zijn volgende grote roman Anna Karenina schrijft is het nog erger. Anna is getrouwd met wat wij tegenwoordig een “creep” zouden noemen, een engerd. Zij wil schrijven maar dat mag niet van Tolstoy, en als Anna dat toch doorzet, dan flikkert hij haar onder een trein. Hier niets geen overwinningen zoals ik die behaalde met de juffen, hier verdwijnt het goede onder de trein. Ik merkte daaruit op: deze mensen zijn onder de macht van het kwaad, en zag dat in allemaal andere boeken ook.

Ziekte

In deze periode werd mijn ex-vrouw ernstig ziek. Dat kan je lezen als een toevallige samenloop van gebeurtenissen, maar ook als “een aanval” om mijn optimische karakter nu toch eens voorgoed het zwijgen op te leggen

Dit was wel een bijzondere situatie. In eerste instantie bij het slecht nieuwsgesprek, zei de jonge arts-assistente: zij is ongeneeslijk ziek. Het was als een doodvonnis. Je kreeg ook een map mee met allemaal informatie wat zij “niet” kunnen doen aan deze ongeneeslijke ziekte en hoe snel het dan eindigt.

Hoe zou je dit nu weer moeten oplossen: als eerste flikker de map op de zolder van de schuur. Daarna vraag je aan de bomen in de tuin, de pruimenboom, de notenboom, of meer in algemene zin de hemel: kan iemand van jullie mij uitleggen waarom dit gebeurt, een jonge moeder uit het leven knikkeren? Waarop binnen in huis de telefoon ging dat de arts zich had vergist en het kon toch behandeld worden.

Je kan dit lezen als een eenvoudige gang van zaken: een arts kijkt niet goed naar de rontgenfoto’s, ziet iets over het hoofd, gaat uit van een bepaalde perceptie, en geeft een verkeerde analyse; een random selectie van gebeurtenissen uit de praktijk van het ziekenhuis. Als je echter anders redeneert, kan je ook stellen, deze man verwerpt een diagnose omdat hij die niet accepteert. Op zichzelf kan dat niet. Daar kan je niet overheen; dat is een diagnose van een professioneel arts en een map met allemaal wetenschappelijke informatie. Maar als je er niet overheen komt, dan kan je er nog altijd onderdoor. Wat had ik hier als oplossing bedacht: je stelt de natuur een vraag, waar geen antwoord op bestaat.

Dit is een truc die ik later bij de Godfather films zag, daar geven de Corleone’s soms een “offer you cannot refuse”. Als ik aan de bomen in de tuin vraag: waarom moet dit nu zo, dan komt daar geen antwoord op. Net zomin als toen ik op de peuterspeelzaal vroeg: waarom moet ik in de kring zitten. Daar kwam ook geen antwoord op. En dan kan je vervolgens doorlopen naar de “volgende ronde van het bestaan”. Net als op vergelijkbare wijze waarop de kleuterjuf toen een fotocamera pakte, waar je een kind op kon zien, was kennelijk de arts nu ook bezig met foto’s, en had daar ook iets interessants op gezien. Als je het leven beschouwt als een grote chaos, dan kan je zeggen: jij bent bezig met wilde speculaties. Maar als je ervan uitgaat dat er geen antwoord bestond op mijn waarom vraag, terwijl je die toch open aan de natuur stelt, dan moest er wel iets gebeuren.

Misschien ook als belangrijk detail, dat de natuur niet zelf kan denken; dus als jij goed nadenkt, dan gaat de natuur jouw volgen. Maar als jij niet goed nadenkt, dan springen gelijk allerlei demonen op jou af.

Misschien, bedenk ik mij achteraf, ook nog wel goed idee dat ik de map op de zolder van de schuur had gegooid, voordat ik verder in de tuin was gewandeld: dan konden de demonen daar tenminste niet in afwijken, spieken.

Demonen geven niet snel op, moet ik zeggen; want ze hebben haar eerst fysiek te grazen genomen, maar nu geestelijk; ze heeft een harder karakter dan vroeger. Dat is beangstigend maar ook wel fascinerend: hoe zij erin slagen iemand karakter te veranderen.

Dit heeft niets te maken met een psychische aandoening, ook nog niet eens met PTSS, maar een harder karakter. Dus je kan ervoor zorgen dat als iemand vroeger relaxed fietste, om zondags een rondje te fietsen, dan maken ze nu dat iemand altijd zo hard fietst alsof je je moet haasten naar het werk. Dan gooi je het gezamenlijk fietsen er maar aan, en ga je alleen fietsen. Of als je vroeger met iemand met de hond wandelde en kon kletsen over ditjes en datjes, dan is zij nu meer bezig met praten over klusjes en werk. Als je dan net met de hond op pad bent, dan zegt ze: als we thuiskomen moet ik niet vergeten eerst dit-of-dat te doen. Dan ga je vervolgens alleen lopen met de hond.

Op gegeven moment heb je daar genoeg van, en ga je weg. Maar je bljift rustig. Demonen zijn zo krachtig, ze zorgen dat iemand een negatieve levenshouding krijgt. Als er vroeger een krasje zat op tuinklompen: die gaan nog wel mee. Maar nu: die verdwijnen direct in de prullenbak. Maar ze kan ook vragen: wil jij die niet? Dan zeg je rustig prima dan. Dus die staan nu hier.

Ik moet vooral proberen mijn positieve houding te continueren, en dat kan zowel door rust uit te stralen, als door aardig te zijn en bijvoorbeeld deze nuttige tuinklompen mee te nemen: komt goed van pas, zeker met dit herfstige weer. Het doel is ervoor te zorgen dat de demonen geen macht over jouw krijgen; ze hadden liever gezien dat ik deze tuinklompen door het raam had gegooid, of dat ik woest was uitgevallen of zoiets. Vooral lijkt mij ook belangrijk te blijven zorgen in deeltijd voor de hond: hoewel je gescheiden bent, en ook zal blijven, kom je dus om de haverklap bij jouw oude huis, ongeveer alsof je daar zelf nog woont: vinden ze vast niet leuk; daar moet ik dan weer om glimlachen.

Meer boeken lezen

Dit is trouwens slechts alleen de ene kant van de relatiebreuk, de andere kant ligt aan mijn zijde. Zij ging namelijk de negatieve kant op, en ik de positieve; misschien heeft dit elkaar verstrekt. Ik ging verder kijken, meer boeken lezen, want ik was nieuwsgierig hoe dit in elkaar zit: wat is dit allemaal voor lelijks in de boeken, en is er ergens niet iets positiefs te vinden?!?!

Ik moet wel zeggen: de massa informatie die je daarvoor moet doorploegen is wel gigantisch: filosofie, fysica, psychologie, en ook de Bijbel ging ik lezen. Dat kost ontzettend veel tijd en dat vindt jouw ex-vrouw natuurlijk “stom”. Alleen al als je het woord psychologie zegt “psychologie is stom”. Bovendien, als jij niet een psychologie diploma hebt, “dan kan je er toch niets van zeggen”.

Dat kan betekenen dat je er dan verder ook niets mee doet, maar ik ging door: positieve levenshouding volgt gewoon een-en-dezelfde weg vooruit. Vooral de Bijbel vond ik interessant, de andere boeken waren wat slordig geschreven, en veel “gebral”. Dit boek leek mij beter, zit netter in elkaar, rustigere schrijfstijl. Maar wel potentieel gevaarlijk. Er staan rare dingen in als over een pratende slang, en Jezus loopt over water. Maar je merkt dat er wat in zit, een sleutel tot het beter verstaan van onze werkelijkheid, dus ondanks alle gekkigheid ga je aan de slag. De reden is dus dat ik voelde dat de intelligentie hoger is dan van andere boeken.

Het is lastig voor mij te beoordelen, omdat dit recente levensgeschiedenis is, maar ik vermoed dat ik dezelfde methode heb gebruikt als destijds bij de kinderjuffen. Eerst ga je “gewoon rustig de eerste pagina lezen”, “puur uit nieuwsgierigheid”; in dit geval vooral rustig de eerste pagina’s van Genesis en de eerste pagina’s van Johannes
Je haalt daar een bepaalde structuur uit, je ziet dat de eerste vier hoofdstukken van Johannes parallel lopen aan de eerste vier hoofdstukken van Genesis; je ziet dat de tekst bepaalde kernwoorden volgt, geduld, goedheid, waarheid, schoonheid, je ziet dat er een soort splitsing in zit tussen natuur aan ene kant en mensen aan andere kant:

NATUUR

🟡 geduld Joh. 1 Jezus: eindelijk gearriveerd, licht komt in de wereld

🟢 goedheid Joh. 2 Jezus doet wonderen: maakt van water wijn, zuivert de tempel, breng geloof

——————————————————

MENSEN

🔵 waarheid Joh. 3 uitleg aan Nicodemus over de ware leer

🔴 schoonheid Joh. 4 Samaritaanse vrouw; gesprek met een vrouw die populair is bij mannen, “een schoonheid”




Je gaat dan ontdekken dat deze teksten een schema vormen met “natuur” links en “mensen” rechts. En het herinnert je eraan dat dit lijkt op een bedrijfsbalans, je kan natuur onder Activa zetten en mensen onder Passiva





Als stap drie moet je deze twee helften aan elkaar verbinden. Net als bij een normale bedrijfsbalans moet er een gemene deler in zitten. Hier zit dat volgens mij in “denken” in de zin van rustig nadenken. Dat dwingt goede resultaten af. Als de denkkwaliteit goed is, betekent dit dat ook de levenskwaliteit goed is:




Op deze manier ben ik dus vermoedelijk onder deze moeilijke teksten doorgekropen:

🟡 geduld Niet meteen een mening klaarhebben, gewoon eerst rustig lezen, ondanks alle gekkigheid

🟢 goedheid de interne structuur ontdekken; hoe lopen die hoofdstukken

——————————————————

🔵 waarheid schema van maken met Activa en Passiva

🔴 schoonheid gemene deler vinden: denkkwaliteit is evenredig aan levenskwaliteit


Tegenreactie

Je kan zeggen: aha, zo werkt dat dus steeds. Als ik maar goed blijf denken, dan is de levenskwaliteit ook steeds goed. Als ik rustig nadenk, dan kan je kinderjuffen tot kalmeren manen, doe maar eens relaxed, door moeilijke levenssituaties heen komen, en moeilijke teksten begrijpen, owwww werkt dat zo.

Ik wilde dat delen met andere mensen. Maar je merkt dat er een demonische kracht huist, die jou hiervan af probeert te houden. In elke fase van mijn onderzoek, krijg je enorm veel tegenwerking.

Maar deze demonische kracht blijkt ook in de teksten te zitten. De demonische kracht heeft deze structuur namelijk verborgen gehouden, maar in de tekst zitten ook “markers” dat je daar vooral niet naar moet gaan zoeken.

Zo is de kern van het Oude Testament: eet niet van de boom van kennis van goed en kwaad, wat zoveel wil zeggen als: denk vooral niet teveel na, en zeker niet over morele zaken.

Als je dat zegt, dan zit je een paar hoofdstukken verder bij slavernij, en nog een paar hoofdstukken verder bij genocide. Daar zitten allerlei ethische bezwaren aan, maar ze hebben nadenken daarover in begin vakkundig afgeleerd.

Aha, dus zo zit dat in elkaar. Deze teksten doen eigenlijk vooral aan kernwaarden verdoezelen, om vervolgens mensen op te dragen kwaad te doen. Aha. De kern van het Nieuwe Testament is: klaag vooral niet teveel, want Jezus had het zwaar en klaagde ook niet. Zo kan je mensen verzoenen met een slechte levenskwaliteit.

Dat klinkt onlogisch, maar ze laten Jezus allerlei onlogische dingen doen, zoals geboren worden uit een maagd, lopen over water, of een klein stukje brood verdelen onder vijfduizend mensen, zodat “dat andere ook vrij onlogische”, “namelijk dat slechte levenskwaliteit goed is”, er ook nog wel bij kan.


Zo zo, dus dit boek bevat in zekere zin welk belangrijke kernwaarden, maar het is in handen van een demonische kracht die er slechte dingen mee wil doen, en daarom in de tekst een aantal wissels andersom heeft gezet, om mensen de verkeerde kant op te sturen. Halleluja, wat gemeen!

Ik dacht: dit ga ik mensen ook uitleggen. Ik maak een heel eenvoudig voorbeeld, zodat ze precies kunnen zien hoe dit werkt. Ik vergeleek het met voetballen. Ik dacht: dat is een eenvoudig voorbeeld, dat snapt iedereen. De tekststructuur van Genesis of Johannes lijkt eigenlijk op een voetbalveld



Zij zeggen dus dat je achteruit moet voetballen. Ze zeggen eigenlijk dat je vooral achteruit moet voetballen: doe maar voorzichtig, denk niet teveel, dus niet teveel passes naar voren, en klaag niet teveel, dus liever pass naar achteren. In meer algemene zin: blijf op eigen helft
Dus als er in het Oude Testament staat: eet maar niet van de boom van kennis van goed en kwaad, dan staat er eigenlijk: speler A, ga vooral niet voorbij de middellijn, veel te gevaarlijk op het veld van de tegenstander




En als er in het Nieuwe Testament staat: klaag niet zoveel, dan staat er eigenlijk speler B: loop jij ook maar achteruit, pass maar op de keeper





De volgende ronde: RKK dagvaarden

Ik had mijn analyses gedeeld met wetenschappers. Maar die doen daar niets mee. Dan kan je door naar de volgende ronde: ik had vervolgens de RKK gedagvaard, om een onderzoekscommissie in te stellen om eens te kijken of er niet een paar “wissels andersom gezet moeten worden”.

Dat ging op dezelfde manier als destijds bij de kleuterjuf. Daar had ik een boek dat ik ging voorlezen. Nu had ik een dagvaarding, die ik ging indienen. In het boek op de kleuterschool ging ik eerst de eerste pagina voorlezen. Nu ging ik eerst een eerste dagvaarding indienen. Dat leverde een heel boze reactie op. Nu heb je echt weer met iets “demonisch” te maken, had ik het idee.

Hoewel mijn analyse haarscherp is, was die eerste dagvaarding wel een brutale; zowel het uitbrengen van een dagvaarding, als de inhoud was brutaal. Ik heb mijn schema’s erin gezet, en ik zei eigenlijk: wat zijn jullie nu aan het achteruit voetballen, wat is dit voor FC Knudde, ook met plaatje van FC Knudde erbij.

De reactie was erg negatief: wat doe jij nu, dit kan helemaal niet, dit mag niet. Wat ik deed is echter rustig blijven, en vriendelijk vragen zoals destijds bij de kleuterschool “zal ik dan ook de laatste pagina voorlezen”? Dus wat ik deed is een tweede dagvaarding maken, en die stuurde ik hen ook, “zal ik die dan indienen misschien”, “rustigere versie”? Het bevat ook bovengenoemde schema’s maar dan zonder de harde verwijten en het was ook flink ingekort.

Daarop kwam als reactie dat ik die vooral ook niet moet indienen: alles wat ik schrijf is nutteloos. Wat ik dan doe, is wat ik altijd doe: ik ga gewoon weer “in mijn schoolbank zitten”: oke, dan dien ik verder niets in. Dus rustig weg gaan.

🟡 geduld Niet meteen een dagvaarding indienen, eerst alles onderzoeken

🟢 goedheid dan de eerste dagvaarding

——————————————————

🔵 waarheid dan de tweede

🔴 schoonheid rustig weglopen

Wat is nu het netto resultaat

Als je afgaat op hoe die zaak is verlopen, dan heb ik verloren. Maar de strategie lijkt mij wel goed. Eerst ga je rustig een hele tijd werken en pas op relatief laat moment de dagvaarding indienen. Dan dien je er een in, en ook rustig een lange van honderd pagina’s. Als dat niet bevalt, dan stel je gewoon rustig voor een andere in te dienen, die je dan ook in concept meestuurt. Als dat ook niet bevalt, de ultieme test: dan loop je rustig weg.

Dus het lijkt erop dat ik heb verloren. Maar je kan ook naar de reacties kijken. Ik denk dat wat ik steeds als laatste doe, ongeveer het effect heeft van het trekken van een stop uit een bad: al het water en hier al het kwaad loopt eruit weg. Hij zat eerst kernstructuren te verdoezelen, dat gemene beest. Vervolgens zat hij ook interne structuren te verdoezelen, met al zijn verhaaltjes. Daarmee heb ik hem geconfronteerd. Er kwam een heel lelijke reactie van de RKK
Daarmee heb ik iets van het kwaad uit de Bijbel getrokken. En ik ben er rustig mee weggelopen. Dus zij zijn in feite nu “lek”; er zit een gat in.

































































Next
Next

De schoonheid van het kwaad